Amsterdam geldt als het centrum van het Joodse leven in Nederland. Minder bekend is dat ook buiten Amsterdam eeuwenlang een Joodse gemeenschap bestond. Maar dat leven en die cultuur dreigen nu op te drogen. Steeds meer jongeren die een actief Joods leven willen leiden, trekken naar Amsterdam en omgeving.
Pareltje in de stad
"Een pareltje in de stad." Zo noemt Éleon de Haas (61) de Joodse begraafplaats Beth Chaim, in Almelo. Een deel van de familie van De Haas ligt er begraven, onder wie zijn ouders en grootouders.
De Haas groeide na de oorlog op in het bij Almelo gelegen Vriezenveen, als jongste in een gezin met drie kinderen. Zijn ouders overleefden de oorlog als onderduikers. Na 1945 probeerde de familie de draad van het Joodse gemeenschapsleven van voor de oorlog weer op te pakken.
Dat deden ze in Almelo en niet in Vriezenveen, hoewel ook daar tot in het Interbellum een zelfstandige Joodse gemeente bestond. Daarvan getuigt nog een kleine synagoge die in 1878 werd gebouwd en ruim dertig jaar dienst deed. De synagoge bestaat nog steeds, maar is nu weinig meer dan een bouwval en staat op het punt te worden gesloopt.
Mediene
Hoe pak je de draad op van het Joodse gemeenschapsleven - in de wetenschap dat ruim 200 geloofsgenoten in Almelo in concentratiekampen zijn omgekomen? De Haas: "Na de oorlog hebben Joden uit Almelo en omgeving de schouders eronder gezet. Er was nog een synagoge, er was een leraar, er werd nog koosjer geslacht. Er was een Joodse gemeenschap met een totale infrastructuur die nodig is om lokaal te kunnen functioneren. Nu is dat totaal verdwenen, los van de tien Joodse mensen die hier nog wonen."
Hoe zit dat precies, met het Joodse leven in de mediene? Dat is jargon voor Joods Nederland buiten Amsterdam. Volgens onderzoeker Chris Kooyman van Joods Maatschappelijk Werk overleefden relatief veel Joden in de regio Twente de Tweede Wereldoorlog, procentueel gezien meer dan in Amsterdam. Kooyman: "Twente heeft van oudsher een vrij grote en actieve Joodse gemeente gehad. Na de oorlog is die in zekere zin nog wel behoorlijk in stand gebleven omdat vrij veel Joden hebben kunnen onderduiken in de omgeving van Enschede."
In de jaren '60/'70 is het Joodse gemeenschapsleven in dit deel van Nederland volgens Kooyman achteruit gegaan. "De generatie die de oorlog heeft overleefd kende nog het leven van vóór de oorlog. Dat zette zich als het ware nog enigszins voort. Bij hun kinderen had je dat nog wel een beetje, die zijn ook nog wel lid geweest van zo'n orthodoxe gemeente. Maar bij de kleinkinderen wordt dat minder. Het verwatert."
Problemen
Enschede is de standplaats van één van de mooiste synagoges van Nederland, wellicht zelfs van Europa. Maar ook daar verwaterde het Joodse leven. Die synagoge doet nu vooral dienst als museum en het is een toeristische trekpleister. Diensten worden er bijna niet meer gehouden; de Joodse bevolking die eraan hecht vergrijst.
Kooyman: "Een gemeenschap heeft een minimum aantal leden nodig om echt levend, productief en constructief te zijn. Een heleboel gemeenten in de mediene kwamen door de lage aantallen in de problemen. Ze zonken eigenlijk door een ondergrens heen. Als je echt Joods wilt leven, als je een koosjere huishouding wilt voeren en je je kinderen naar een Joodse school wilt sturen, dan gaat dat gewoon niet meer buiten Amsterdam."
Éleon en Miriam de Haas gaven hun kinderen Menno en Nathan een Joodse opvoeding. Maar in Almelo stonden ze vrijwel alleen: "Wij hebben geen orthodoxe families meer. De kennis is ook gedeeltelijk verdwenen, we kunnen bijna niet zelf diensten houden zonder mensen in te huren. Je moet er moeite voor doen." De synagoge in Almelo is in 2012 gesloten. Zes jaar daarvoor waren de Joodse gemeenschappen in Almelo, Hengelo en Enschede al gefuseerd.
Amsterdam
De kinderen van Éleon en Miriam, Menno en Nathan, wonen nu in Amstelveen. In Amsterdam en omgeving is nog sprake van een georganiseerd Joods gemeenschapsleven. Nathan voelde zich naar eigen zeggen "een beetje vervreemd" in Almelo: "Ik vond het nooit leuk op school dat ik de enige was die anders was." Hij ging in Amsterdam op zoek naar Joods gemeenschapsleven. Daar heeft hij nu minder behoefte aan. Het verlangen is omgezet in 'liefde voor de stad'.
Menno is in Amstelveen terecht gekomen dankzij zijn Joodse vrouw Jennifer, die er opgroeide. Hij was er niet naar op zoek, maar voelt zich nu thuis "in de Joodse infrastructuur" die er nog is. Hij bezoekt ook de plaatselijke synagoge: "Als ik opsta en ik heb zin om te gaan dan kan dat. En ik merk ook dat het voldoening geeft als je er serieus tijd in stopt."
Naar Almelo en Twente hebben ze geen heimwee. Menno: "Het gebouw in Enschede is heel mooi, maar daarvoor ga je niet naar de synagoge. Je kunt net zo genieten van een kale ruimte in Buitenveldert. Het gaat gewoon om de dienst."
Wel betreurt Nathan het opdrogen van de Joodse gemeenschap in zijn geboorteregio: "Het is natuurlijk treurig om te zien. Maar eigenlijk had ik dezelfde drang als de mensen die weggingen." Ook mist hij de Joodse feesten. "Dat je iedereen kende in de synagoge en als kind met met alle jongeren samen speelde. Als je hier de synagoge inloopt mis ik die warmte en gezelligheid. Maar in Twente is iedereen weg."
Israël
Een volledige infrastructuur voor een Joods leven vind je natuurlijk in Israël. Menno: "Ik ken al heel wat mensen die zijn vertrokken naar Israël. Maar ik zie mijzelf daar niet snel naartoe gaan. Ik spreek de taal niet en het is er lastig qua arbeidsmarkt."
Maar hij begrijpt de aantrekkingskracht van het land: "Als je in Israël bent kun je gewoon Joods zijn. Je kunt gewoon jezelf zijn. Je voelt je daar veilig ook al is de omgeving niet veilig. In Amsterdam zou ik me niet veilig voelen om een keppel te dragen, in Israël wel. Daar kun je doen wat je wilt."