Over lichaamsvet wordt veel te simpel gedacht. Het blijkt een complex orgaan te zijn, en gezond eten en bewegen staan niet garant voor een slank lijf. Obesitasdeskundigen Mariëtte Boon en Liesbeth van Rossum schreven een boek over lichaamsvet en voeding, vetverbranding en verborgen dikmakers met de naam: VET belangrijk.
Vet is complex
Simpelweg gezond eten en bewegen is belangrijk, maar we focussen ons daar te veel op volgens Van Rossum: "We moeten kijken naar andere oorzaken, waarom eten we bijvoorbeeld ongezond?" Veel daarvan heeft te maken met ons brein. Het regelt allerlei processen die ons sturen, maar het stuurt ons niet altijd de juiste richting op. Bijvoorbeeld wanneer lekkere etensgeuren je tegemoetkomen op het station. Dan stijgt je insuline waardoor de bloedsuikerspiegel daalt en dan word je automatisch die kant op gedreven.
"Vet is niet zomaar een hoopje blubber", zegt Mariëtte Boon. "Er worden wel 600 hormonen gemaakt. Het communiceert en het stuurt. Te veel vet is niet goed, maar te weinig ook niet."
Bovendien zijn er ook mensen met een gezonde levensstijl die wél veel te dik zijn. Dat kan komen door hormonale aandoeningen, medicijnengebruik, stress of ziekten.
Genetische obesitas
Alexandra Jubels (13) is zo iemand die ondanks veel sporten en gezond eten te dik is. "Normale mensen zitten na twee boterhammen vol. Ik kan er wel acht eten en dan kan ik er nog wel wat op. Ik heb altijd trek en zit nooit vol." Alexandra heeft genetische obesitas, hierdoor heeft zij altijd honger en wordt haar vet op een andere manier opgeslagen: "Bij mij komt het eten meteen bij mijn vetopslag en maar een heel klein beetje wordt verbrand."
Voor Alexandra is het lastig dat zij voorzichtiger met eten moet omgaan dan andere kinderen: "Het is best irritant want ik moet zelf mijn grenzen aangeven. Het gaat wel beter, nu ik ouder word weet ik steeds beter wat slecht is om te eten."
Veel dikke mensen hebben te maken met vooroordelen "Mensen kijken heel anders naar me, alsof ik gemeen ben ofzo.", zegt Alexandra. "Op zich kan ik er wel tegen, maar ik vind het wel moeilijk dat mensen meteen een vooroordeel hebben dat helemaal niet waar is. Dat vind ik wel jammer. Als ik een ijsje ga eten dan denken ze: 'Je hebt er al vijf op.' Terwijl ik nooit een ijsje eet, alleen een keertje omdat het vakantie is."
Stigma
Alexandra is niet de enige die last heeft van het stigma over dikke mensen. In het boek van Boon en Van Rossum is zelfs een hoofdstuk gewijd aan de vooroordelen waar dikke mensen mee te maken krijgen. "We stigmatiseren deze mensen echt. Dat is echt niet oké", zegt van Rossum. Dikke mensen hebben minder kans op banen, minder kans op leidinggevende functies en krijgen regelmatig ten onrechte negatieve karaktereigenschappen toegeschreven.
Van Rossum: "Het hebben van vooroordelen over dikke mensen gaat heel onbewust. Ook bij artsen. Dat er discussie over komt, is hard nodig."
Wat helpt wel?
Het ligt dus iets ingewikkelder dan 'gewoon' gezonder eten en meer bewegen. Hoeveel aanleg je hebt voor overgewicht wordt voor zestig procent veroorzaakt door de genen. Aanleg in de reactie op visuele prikkels speelt daar ook in mee. De één wordt getriggerd door een kraampje met stroopwafels, de ander loopt er zo langs. Volgens van Rossum gaat het om een combinatie van aanleg en kwetsbaarheid, ook in de maatschappij. "We hebben hardere maatregelen nodig als we mensen willen beschermen. We moeten ongezonde dingen niet in het zicht zetten, in de kantine moeten de salades vooraan in plaats van de kroketten."
Ook helpt het om ons 'bruine vet' aan het werk te zetten. Dit gunstige lichaamsvet helpt om ons slechte lichaamsvet te verbranden. Door heet te eten met bijvoorbeeld rode pepers, of juist door jezelf bloot te stellen aan kou, kun je het bruine vet een handje helpen.