Deze week over de WOB, de Wet Openbaarheid van Bestuur. Een wet die openheid en transparantie moet regelen, maar die ambitie helaas zelden waarmaakt. Ook niet nu er een nieuwe wet op stapel staat...
Door Joost Oranje, hoofdredacteur Nieuwsuur
Dankbaar onderwerp voor oplopende ergernis onder journalisten is de Wet Openbaarheid van Bestuur (de WOB). Op papier een prachtige wet: alle overheidsinformatie 'openbaar tenzij'. Maar in de praktijk al jaren een teleurstellende aangelegenheid.
We kennen helaas, ook op de Nieuwsuurredactie, maar al te goed het frustrerende moment als je zo'n enveloppe met documenten openmaakt van een ministerie of een andere overheidsinstantie.
Ja hoor, wéér de wettelijke termijn om te antwoorden ruim overschreden.
Wéér een brief met de mededeling dat het belangrijkste deel van je aanvraag is afgewezen omdat er dankbaar gebruik is genaakt van de weigeringsgrond 'persoonlijke beleidsopvattingen' van ambtenaren.
Wéér een stapel documenten die grotendeels zwartgelakt zijn.
Het is eerder 'openbaar ondanks' dan 'openbaar tenzij', wat toch de oorspronkelijke geest van de wet is. Niet dat de huidige WOB nooit iets oplevert. Bij Nieuwsuur maken we door verstrekte informatie via de WOB regelmatig nieuws, zie bijvoorbeeld deze verhalen:
Maar het zijn resultaten die op de vingers van één hand zijn te tellen. De keren dat we van een koude kermis thuiskomen en de overheid dankbaar heeft gegrasduind in de talloze weigeringsgronden die de wet biedt, zijn veruit in de meerderheid.
De ergernis over de WOB is al jaren oud, overigens niet alleen bij journalisten, maar ook bij de overheid zelf. Daar klagen ze op hun beurt over veel te ruime verzoeken en eindeloos werk om documenten te vinden. En ze vervolgens dus zwart te lakken, want ook dat kost zeeën van tijd.
Frustreert
Jaren geleden werd daarom al gepleit voor een nieuwe, modernere WOB. De Nationale Ombudsman hield ronde tafelgesprekken, de Tweede Kamer ook, er kwam een wetsvoorstel, maar uiteindelijk zitten we nog steeds met een wet die niet stimuleert, maar frustreert wat hij beoogt: openheid en transparantie.
En dat terwijl De Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) in 2012 in dit rapport nog onomwonden constateerde: "Openbaarheid is een noodzakelijke voorwaarde voor een goed functionerende democratische rechtsstaat: dienstbaar aan de legitimiteit van het openbaar bestuur en het vertrouwen van burgers in de overheid".
Veel verbetering gloort er niet aan de horizon. Weliswaar ligt er een voorstel voor een wet met een nieuwe naam: de Wet Open Overheid (WOO). Dat begon goed. Meer instanties zouden onder de openbaarheid vallen, er zou wat worden gedaan aan het sjoemelen door overheden met de beslistermijnen, er zou zelfs een 'Informatiecommissaris' komen en de overheid zou zélf ook meer documenten openbaar moeten maken.
Werk aan de winkel
Daar is in het politieke krachtenspel uiteindelijk maar weinig van overeind gebleven. De WOO die er nu ligt, is nauwelijks een verbetering ten opzichte van de huidige WOB.
Dat is vervelend voor de journalistiek. Wij moeten als media in staat zijn om de macht, die namens- en voor ons allemaal werkt, te toetsen en te controleren. Dat zou die macht zelf eigenlijk ook als wezenlijke ambitie moeten hebben.
En zeker de gekozen volksvertegenwoordigers die zich binnenkort in de Tweede Kamer weer over die WOO buigen. Werk aan de winkel dus, zou ik zeggen. En lees vooral dat rapport van de ROB uit 2012 er nog eens op na.