Een op de vijf ouders gebruikt de gps-functie op mobiele telefoons om zijn of haar kind te volgen, zo blijkt vandaag uit een onderzoek van ECP, het platform voor informatiesamenleving. De organisatie deed een groot onderzoek naar de manier waarop ouders omgaan met het online gedrag van hun kinderen en hoe ze technologie inzetten om hun kinderen in de gaten te houden.
Nog eens een kwart van de ouders zegt te overwegen om de 'track-functie' van mobiele telefoons in te zetten om te kijken waar hun kind uithangt. En niet alleen ouders van middelbare scholieren volgen op deze manier hun kind, voor jongere kinderen zijn inmiddels verschillende apparaatjes op de markt om hen te kunnen volgen. Dit zijn bijvoorbeeld horloges met gps- en spraakfunctie en gps-trackers voor kinderen.
Naast het volgen van de fysieke locatie van jongeren, kunnen ouders ook schoolprestaties op de voet volgen via apps als Magister. Daarin staan schoolroosters, huiswerkopdrachten en cijfers, maar ook of kinderen afwezig zijn geweest en welke toetsen eraan komen.
Kortom, met al deze technologie is een keer ongemerkt een onvoldoende halen of een avondje ergens anders zijn dan je thuis hebt gezegd niet meer aan de orde. Wat betekent dit voor de ontwikkeling van kinderen?
Experimenteerruimte
Maike Kooijmans is Lector Opvoeden voor de Toekomst aan de Fontys Hogeschool in Tilburg en doet hier onderzoek naar. "Door al deze ontwikkelingen is het voor kinderen moeilijker om te oefenen met verantwoordelijkheid nemen. Het is ook heel goed voor kinderen om buiten de lijntjes te kleuren. Ze hebben experimenteerruimte nodig maar dat wordt steeds ingewikkelder met de moderne technologie."
Kooijmans bepleit om alle trackers en apps met mate te gebruiken. "Je moet je afvragen: wordt het middel niet het doel? Zoals de apps die cijfers en toetsen bijhouden: die waren bedoeld om te registreren maar zijn nu een controlemiddel geworden. Het initiatief ligt niet meer bij de kinderen, terwijl pubers het recht hebben om zelf te bepalen wat ze wel en niet delen."
Volgens de onderzoeker is de grote uitdaging voor ouders om kinderen op basis van vertrouwen de kans te geven om te falen. "Wanneer volg je je kind wel en waar laat je de ruimte? Dat geldt ook voor kleine kinderen, zij moeten een basisvertrouwen opbouwen zonder dat ouders steeds controlemechanismen inbouwen."
Ouders laten hun kinderen met de tracker net iets eerder naar het speeltuintje lopen.
Een van de manieren om kinderen te controleren zijn dus GPS-horloges en andere trackers. Het Nederlandse bedrijf Spotter is een van de producenten van deze producten. Wendy Hofman vertelt dat de horloges en trackers vooral worden verkocht aan ouders van kinderen in de basisschoolleeftijd.
"De meest genoemde reden daarvoor is het vergroten van de bewegingsvrijheid. Ouders laten hun kinderen met de tracker net iets eerder naar het speeltuintje verderop in de straat lopen."
Het bedrijf ziet het product niet als middel om te controleren. "We zien het juist als middel om meer vrijheid te geven. Soms geven ouders hun kind een iPhone alleen maar vanwege de locatievoorzieningen maar niet om te bellen. Dan is de Spotter de perfecte tussenweg tussen niks en een eigen mobieltje."
Ook de veranderde samenleving speelt een rol. Ouders werken vaak allebei, waardoor kinderen vaker zelfstandig tijd doorbrengen. En het verkeer is drukker geworden. "Technologische mogelijkheden voelen veilig voor ouders. Maar de andere kant is: kinderen hebben ook het recht om te mogen verdwijnen binnen de grenzen van het kind-zijn", aldus Kooijman.