De zoektocht naar haar biologische ouders heeft Dilani Butink (26) nagenoeg opgegeven. "Ik ben drie keer in Sri Lanka geweest en heb niets gevonden. De informatie op mijn geboortepapieren klopt niet, daar ben ik nu wel achter. Hoe moet ik dan ooit mijn ouders of familie vinden?"
Haar Nederlandse adoptieouders reisden in 1992 naar Sri Lanka om een baby te adopteren. De procedure verliep schimmig. Eerst kregen ze een ander kindje toebedeeld. Maar toen verscheen diens opa ineens ten tonele, die claimde dat de baby helemaal niet te adopteren was. De tussenpersoon kwam vervolgens met Dilani voor de adoptie.
Zij sleept nu de Nederlandse overheid voor de rechter, omdat ze vindt dat die meer had moeten doen om frauduleuze adopties te voorkomen. Volgens Dilani zijn haar geboortepapieren vervalst. Ze eist dat de overheid schuld erkent, haar schadeloos stelt en een dna-databank opricht voor geadopteerden uit Sri Lanka.
Niks te vinden in het ziekenhuis
Een paar jaar geleden ging Dilani met haar adoptieouders terug naar haar geboorteland. Dat was voor haar een vreemde gewaarwording. "In Nederland ben je altijd de donkere persoon, in Sri Lanka was mijn vader ineens de blanke persoon", vertelt ze.
Dilani bezocht het ziekenhuis waar ze is geboren. "Daar heb ik in het geboorteregister gezocht. Onder het documentnummer dat op mijn papieren staat, staat in het geboorteregister iemand anders geregistreerd. In het ziekenhuis was überhaupt niks terug te vinden."
Ze denkt wel dat haar geboortedatum klopt. "Mijn adoptievader zegt dat ik zo klein was toen ze me meekregen naar Nederland, dat het niet anders kon dan dat ik net geboren was."
Dit gaat niet alleen over mij, maar het gaat om heel veel baby's.
Hoewel ze dus de hoop heeft opgegeven om haar familie te vinden, is Dilani vastbesloten om deze rechtszaak te starten. "Ik ontdekte dat er heel veel is gepubliceerd in de jaren 70 en 80 over gesjoemel met adopties uit Sri Lanka. Al in 1983 vertelde in het tv-programma Tros Aktua een oud-medewerker van een adoptieorganisatie dat er veel geld werd verdiend aan de adopties."
Nu blijkt ook dat de Raad voor de Kinderbescherming die onderzoek moest doen voor Nederlandse stellen die kinderen adopteerden, al in 1987 het ministerie heeft gevraagd om dubieuze praktijken in Sri Lanka te onderzoeken. De Raad schrijft in een brief: 'verdachte afstandssituaties, twijfelachtige bemiddeling en ondoordachte matching zijn zaken waar het belang van het buitenlandse pleegkind allerminst mee gediend is'.
Ook wijst de Raad specifiek op de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat bij adopties. Via de vaste Kamercommissie Justitie belandt de brief bij het ministerie. De staatssecretaris schrijft in een reactie dat er wetgeving aan komt waarbij strengere regels zullen worden gesteld. Die nieuwe wet treedt in 1989 in werking, maar voorkomt de schimmige adoptie van Dilani in 1992 niet.
'Officiële' adopties ook onderzoeken
"Ik vind het heel lastig om te beseffen dat er bij het ministerie bekend moet zijn geweest dat er dingen niet klopten en dat ze daar niks aan hebben gedaan", zegt Dilani. "Dit gaat niet alleen over mij, het gaat om heel veel baby's. Dat vind ik heel kwalijk."
Dilani vindt dat de Nederlandse overheid nu verantwoordelijkheid moet afleggen voor de adopties. Ook wil ze dat geadopteerden (financiële) ondersteuning krijgen bij hun zoektocht naar biologische ouders of familie. En het in december aangekondigde onderzoek naar illegale adopties zou volgens haar ook over deze 'officiële' adopties moeten gaan.
"De adopties uit Brazilië die worden onderzocht zijn heel anders omdat die kinderen geen papieren hebben, zij zijn gewoon meegenomen", zegt Dilani. "Ik heb wel geboortepapieren, maar daar klopt niks van. Ze moeten de 'officiële' adopties ook meenemen in het onderzoek en het is onduidelijk of dat ook gebeurt."