Het aantal kinderen en pubers dat professionele hulp zoekt, groeit. Gemeenten die deze jeugdhulp betalen, raken hierdoor steeds dieper in de rode cijfers. Een kleine 90 gemeenten hebben al een beroep gedaan op de zogeheten 'stroppenpot', een noodvoorziening. Daarom moeten gemeenten nu noodgedwongen bezuinigen op de zorg of op andere terreinen.
Maar onduidelijk is waarom steeds meer kinderen om hulp vragen. Het is een trend die Ans van de Maat, directeur van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), zorgen baart. In 2015 kregen bijna 366.000 jongeren jeugdzorg. Vorig jaar waren dat er 405.000, blijkt uit cijfers van het CBS.
"We moeten met elkaar heel goed de discussie voeren welke kinderen nu echt de schaarse zorg die er is, nodig hebben", zegt Van de Maat. "Niet alles waar een kind tegenaan loopt, is een probleem dat professionele zorg of medicatie behoeft", zo benadrukt ze. "Onze kinderen behoren tot de top-5 van gelukkigste kinderen ter wereld. Dit staat in schril contrast tot het groot gebruik aan jeugdhulp."
Ik hoor van leraren uit groep 8 dat ouders steeds vaker vragen of hun kind, als het ritalin slikt, wel naar de havo mag.
Wetenschappelijk onderzoek naar de stijgende vraag naar hulp door jongeren, ontbreekt, stelt Van de Maat. Sinds 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. "De zorg is hierdoor laagdrempelig geworden. Mogelijk wordt hierdoor makkelijker een beroep op jeugdhulp gedaan. Wat eerst in de directe omgeving, met de schooljuf of sporttrainer werd besproken, wordt nu als vraag voor professionele jeugdhulp aangemeld."
Van de Maat denkt dat met wat opvoedondersteuning, tips aan ouders en docenten, deze kinderen het waarschijnlijk ook zouden kunnen redden. "Daarnaast zien we dat kinderen die juist zware hulp nodig hebben te laat of niet worden opgemerkt."
Eisen
Ze wijt de extra vraag naar hulp ook aan de druk die de huidige samenleving op kinderen legt. "Een kind moet presteren en goed zijn. Anders is er gelijk wat mis. Ouders vragen dan: wat is de diagnose? En waar ligt het aan dat mijn kind niet aan alle eisen voldoet", zo schetst ze. "Maar dit zit allemaal in onze hoofden. We kunnen beter kijken naar wat een kind nodig heeft om zich goed te ontwikkelen."
Ook Bert Wienen, onderzoeker Jeugd aan de Hogeschool Windesheim, herkent de trend. "Ik hoor van leraren uit groep 8 dat ouders steeds vaker vragen of hun kind, als het ritalin slikt, wel naar de havo mag."
De zorg moet gereserveerd blijven voor kinderen die dat keihard nodig hebben.
Een druk kind wordt snel getest op ADHD en krijgt medicatie zodat hij wel mee kan komen in een overvolle klas: "Terwijl we ook kunnen kijken of het niet beter zou zijn om kleinere klassen te maken", zegt Wienen.
Kinderen die lastiger leren en van wie de cito-score tegenvalt, kunnen misschien ook gewoon wat meer de tijd krijgen om de cito te halen, oppert hij, "in plaats van een reden te zoeken waarom het niet lukt en te denken: er is vast iets psychisch aan de hand."
Onderscheid maken
Een officiële diagnose, zo laat het Nederlands Jeugdinstituut weten, maakt het mogelijk ook makkelijker voor ouders om te accepteren dat hun kind ergens moeite mee heeft. "Ik denk dat we leraren, crèchemedewerkers en ouders veel beter moeten toerusten om onderscheid te maken tussen een echte zorgvraag en een andere vraag, een opvoedvraag", vindt Van de Maat. "Want de zorg moet gereserveerd blijven voor kinderen die dat keihard nodig hebben."
Minister Hugo de Jonge kondigde deze maand samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan meerdere onderzoeken te laten doen naar de stijgende hulpvraag van kinderen. Hij wil ook weten waarom die vraag per gemeente sterk kan wisselen. De resultaten van deze onderzoeken worden volgend voorjaar verwacht.