De extern volkenrechtelijk adviseur André Nollkaemper heeft alsnog een oordeel geschreven over het Nederlandse steunprogramma aan Syrische rebellen. In dit oordeel, dat hij vanavond naar de Tweede Kamer stuurde, schrijft hij dat de steun aan gewapende Syrische rebellen mogelijk op gespannen voet staat met het volkenrecht.
Het kabinet heeft hem nooit om een advies gevraagd, maar Tweede Kamerleden vroegen hem met terugwerkende kracht naar zijn advisering inzake het NLA-programma.
Nollkaemper licht in Nieuwsuur zijn oordeel toe:
Ernstige twijfels
Tegen Nieuwsuur en Trouw zegt Nollkaemper vanavond: "Op basis van de feiten die ik nu ken, op basis van de VN-rapporten die ook zijn gepubliceerd, zou ik ook in 2015 ernstige twijfel hebben gehad of er groepen waren die wij hadden kunnen steunen. De aard van de groepen, de agenda's van de groepen waren niet duidelijk, of het was duidelijk dat zij leunden naar terrorisme dan wel leunen naar strijd tegen Assad. Dus in de specifieke context van 2015 zou ik ernstige twijfels hebben gehad over het beginnen van dit programma in het licht van uiteindelijk de volkenrechtelijke grenzen waarbinnen Nederland moet opereren."
Nollkaemper stelt in zijn schriftelijk oordeel aan de Kamer ook dat het parlement nu moet beoordelen of de functie van volkenrechtelijk adviseur op deze manier wel moet worden voortgezet. "Mijn lezing is dat het systeem zoals de commissie-Davids het had bedacht, in dit geval niet afdoende heeft gewerkt", schrijft Nollkaemper.
De instelling van een extern volkenrechtelijk adviseur was bedoeld om het kabinet van gedegen juridisch advies te voorzien bij "belangrijke buitenlandse kwesties", en volgens Nollkaemper is er "geen twijfel over mogelijk" dat het steunprogramma aan de rebellen tot "belangrijke buitenlandse kwesties" behoort. Toch heeft het kabinet hem niet om advies gevraagd.
Wel advies van interne juristen
Het ministerie van Buitenlandse Zaken vroeg inzake het steunprogramma wel om advies bij haar eigen, interne juristen. Het ministerie maakt dit interne advies echter niet openbaar. Nollkaemper zet daar vraagtekens bij: "Gegeven dat Nederland zoveel gewicht toekent aan het internationale recht, zou de vraag of en hoe Nederland juist in lastige dossiers volkenrechtelijke opereert, vol onderwerp van politiek en ook maatschappelijk debat moeten zijn dat past niet bij volstrekte geheimhouding van juridische overwegingen."
Dat Nederland slechts 'non letale' goederen aan de rebellen leverde, is volgens Nollkaemper "niet beslissend". "De vraag is of ze worden ingezet in het kader van gewapende handelingen. En dat lijkt wel te zijn gebeurd."
Vanavond meer in Nieuwsuur (22.00 uur op NPO 2) en op de website van Trouw.