In de meeste gemeenten zijn de coalities gesmeed en de nieuwe wethouders benoemd. Ze kunnen weer voor vier jaar aan de slag. Maar zijn de nieuwe gemeenteraden een goede afspiegeling van de lokale bevolking?
Is het een incrowd-groep van vergadertijgers, met goede banen en een hoge opleiding? Of is het een dwarsdoorsnede van de bevolking, van uitkeringsgerechtigde tot timmerman, leraar en middenstander? We onderzochten het in vijf gemeenten: Arnhem, Gouda, Teylingen, Etten-Leur en Borger-Odoorn.
Alle raadsleden in deze vijf gemeenten kregen een enquête toegestuurd. Een paar van de vragen: 'Wat is uw leeftijd?', 'Hoeveel verdient u?', 'Woont u in een koop- of huurhuis?' en 'Wat is uw beroep?'.
Per gemeente legden we de gegevens van de raadsleden naast de gegevens van de lokale bevolking. En dat leverde aanzienlijke verschillen op.
Klik in de kaart hieronder op een van de vijf onderzochte gemeentes voor de verschillen in samenstelling tussen de raadsleden en inwoners.
Zo is het gemiddelde bruto jaarinkomen van een inwoner van Gouda ongeveer 31.000 euro. Maar het gemiddelde inkomen van de raadsleden bedraagt bijna het dubbele: ruim 60.000 euro. Ook woont 44 procent van de inwoners van Gouda in een huurhuis, tegenover slechts 10 procent van de raadsleden.
Ook opvallend: anders dan de bevolking werkt meer dan de helft van de raadsleden in Gouda op een ministerie, bij een buurgemeente of een andere overheidsinstelling.
Thierry van Vugt, D66-fractievoorzitter in Gouda, is niet blij met de grote verschillen tussen raad en bevolking. "Uiteindelijk zit je er voor de inwoners van de stad en hoop je voor hen goede besluiten te nemen. Dus dan zou de raad eigenlijk een mix moeten zijn van wie er in de stad woont".
Inlevingsvermogen of eigen ervaring?
Volgens fractievoorzitter Jan de Koning van Gemeentebelangen Gouda hoeven de verschillen niet per definitie te leiden tot slechte besluitvorming. "Dat is niet afhankelijk van inkomen of het bezit van een koophuis. Het heeft meer te maken met empathie van ons als raadsleden voor bijvoorbeeld mensen met een uitkering."
De Raad voor het Openbaar Bestuur maakt zich in een recent verschenen rapport zorgen over de samenstelling van gemeenteraden. "Ik zie dat raadsleden soms eenzijdig uit bepaalde beroepsgroepen komen en dat is jammer", zegt Han Polman, Commissaris van de Koning in Zeeland en voorzitter van de Raad voor Openbaar Bestuur. "Want dan wordt het representeren van de hele bevolking een stuk lastiger."
Polman zou willen dat het raadswerk meer op hoofdlijnen gaat plaatsvinden en minder tijd kost. "Het is wezenlijk voor de lokale democratie dat ook mensen die wat minder hebben gestudeerd in de raad kunnen komen. Gewoon met gezond verstand moet je actief kunnen zijn in de lokale democratie."