Geluidsoverlast, overschrijding van het aantal nachtvluchten, eindeloze wachtrijen in vakantietijd, de KLM die openlijk het beleid bekritiseert, en de Onderzoeksraad die vraagtekens zet bij de veiligheid. Het is een kleine greep uit de problemen rondom Schiphol. Ondertussen blijft het aantal reizigers stijgen. De luchthaven zit klem, maar wil toch blijven groeien. Maar hoe?
Elke keer als de discussie rond Schiphol aanzwelt, komt er weer een oud voorstel op tafel: waarom verplaatsen we de luchthaven niet naar zee? Op de vraag uit de Tweede Kamer of dat niet eens onderzocht moest worden, antwoordde minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) onlangs:
Met andere woorden: het is al eens goed onderzocht. Het is niet realistisch en te duur. Maar hoe onrealistisch is het idee, en waar baseert de minister zich op?
In de jaren '90 werden er verschillende onderzoeken uitgevoerd naar een luchthaven op zee. Onder andere door de TU Delft, baggeraar Boskalis, en ook PvdA-Kamerlid Rob van Gijzel liet in die tijd een plan doorrekenen.
Toenmalig premier Wim Kok zei in 1998 dat "de capaciteit van Schiphol, met bijvoorbeeld een luchthaven in Flevoland als overloop, niet afdoende zal zijn. Ik denk (...) dat dan die optie van een eiland in zee gewoon een reëlere is".
Twee opties
Of het door Koks opvatting kwam of niet, in 1999 bepaalde het kabinet dat er slechts twee opties voor Schiphol waren: op de huidige locatie blijven of een luchthaven op zee - op de langere termijn. Twee andere mogelijkheden, de Markerwaard en de Maasvlakte, vielen af. In een nota liet het kabinet weten dat de haalbaarheid van een luchthaven op zee wordt gekenmerkt door grote onzekerheden, maar "niet is gebleken dat het onmogelijk is".
Er kwam een speciaal, groots opgezet onderzoeksprogramma, Flyland genaamd. Ingenieurs, beleidsmakers en adviesbureaus van binnen en buiten de overheid werden aangetrokken. Het programmabureau Flyland kreeg 50 miljoen gulden (zo'n 20 miljoen euro) voor vijf jaar onderzoek.
Het onderzoeksbureau moest in "politieke rust" en "zonder druk van procedures" zich buigen over de vraag of een luchthaven op zee haalbaar was. Zo blijkt uit een verslag van een eerste bijeenkomst.
Maar al na twee jaar - drie jaar voor het einde - trok staatssecretaris Melanie Schultz plotseling de stekker uit het onderzoek. In mei 2003 liet ze de Kamer weten het programma stop te zetten vanwege "te veel onzekerheden in de ontwikkeling van de luchtvaart".
"Onbegrijpelijk in het licht van de onderzoeksresultaten", zegt Roel in 't Veld. Hij hield als voorzitter van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) toezicht op Flyland. "De regering had flink geïnvesteerd in Flyland, en de eerste uitkomsten waren hoopvol. Er was in ieder geval reden om door te gaan met onderzoek." Die onderzoeksresultaten, tot dan toe, werden nog wel vastgelegd in een eindrapport met de veelzeggende ondertitel 'Conclusies bij een voortijdig einde'.
Invloed op de zee
Ingenieur John de Ronde leidde het deelonderzoek naar de invloed die een luchthaveneiland op de zee zou hebben. De mate van invloed bleek mee te vallen. Evenals de verwachte problemen met vogels en vliegveiligheid. "Dat soort zaken bleken oplosbaar. Of het maatschappelijk inpasbaar is, was een veel moeilijkere vraag. Aan dat gedeelte van het onderzoek is Flyland niet aan toe gekomen."
Ook voor een kosten-batenanalyse was de onderzoeksperiode te kort. In de nota uit 1999 worden wel bedragen genoemd. Daaruit blijkt dat een luchthaveneiland zo'n 40 miljard gulden zou gaan kosten.
Maar het Centraal Planbureau (CPB), dat de verschillende financiële onderzoeken tegen het licht moest houden, schrijft: "Het CPB heeft deze exercitie moeten verrichten in zeer korte tijd. Hierdoor is het niet mogelijk geweest alles goed uit te zoeken."
Amsterdam wilde de luchthaven daar houden.
In een reactie laat minister Van Nieuwenhuizen weten dat ze bij de conclusie blijft dat een luchthaven in zee niet realistisch is, vanwege de vliegveiligheid en de hoge kosten.
Interessant is ook de vraag waarom het Flyland-onderzoek voortijdig werd afgebroken. Ging het inderdaad om tegenvallende resultaten in de luchtvaart op dat moment, zoals de staatssecretaris destijds schreef? Of speelde er meer?
Rob van Gijzel, oud-Kamerlid van de PvdA, lanceerde medio jaren negentig al een soortgelijk plan voor een luchthaven op zee. Zijn ervaring is dat Schiphol het simpelweg niet wilde. Maar ook Amsterdam lag dwars. "Die wilde de luchthaven daar houden."
Roel in 't Veld beaamt dat. "Mijn vermoeden is dat er toch wel sterke tegenstanders waren. Naast Schiphol zelf ook de gemeente Amsterdam, die het zag als zeer ongunstig voor haar economische en toeristische positie."