"Ik dacht dat ik elk moment dood zou gaan." Simón (niet zijn echte naam) vertelt over zijn hachelijke vlucht van Venezuela naar Curaçao. Nadat het bootje waarin hij met andere landgenoten zit, is omgeslagen, dobbert hij ruim twee uur voor de kust van het eiland.
Simón probeert aan land te komen, maar de stroming is te sterk. "Ik schreeuwde naar mijn broer, die al aan wal was, dat hij voor mijn dochters moest zorgen. Ik kon niet meer." Hij overleeft het ternauwernood, maar tenminste zes andere inzittenden verdrinken.
Het verhaal van Simón staat niet op zichzelf. Steeds meer Venezolanen zijn bereid hun levens te riskeren tijdens de gevaarlijke overtocht, omdat hun eigen land langzaam implodeert. Venezuela verkeert in een zware economische crisis.
Het vissersdorpje La Vela del Coro aan de noordkust van Venezuela, is het beginpunt van Simóns reis. Samen met zo'n dertig anderen waagt hij de oversteek in een gammel bootje naar Curaçao, dat op 65 kilometer afstand ligt. Een reis van ongeveer tien uur, in het pikkedonker.
"Iedereen in de boot was nerveus", vertelt Simón. "De golven waren te hoog, te sterk." In plaats van de route langs de kalmere zuidkust, kiest de kapitein voor de ruwere noordkust. Waarschijnlijk om de pakkans te verkleinen. "We kwamen rond 3 uur 's nachts aan en op dat moment ging het fout."
Hij schreeuwde om hulp, maar ik kon hem niet helpen. Anders verdronken we samen.
"De kapitein miste de baai waar we moesten zijn. Toen hij probeerde om te draaien, kwam er een grote golf die de boot omsloeg. De boot zonk en iedereen werd wanhopig. Sommigen begonnen richting de kust te zwemmen, maar wij besloten bij de boot te blijven."
"Ik zag een vriend, mijn hermano, verdrinken. Hij schreeuwde om hulp, maar ik kon hem niet helpen. Anders verdronken we samen."
Simón overleefde het, maar de kustwacht trof zes lichamen aan bij Koraal Tabak. Hij zegt dat er nog zeker acht anderen zijn overleden. Allemaal vrienden van hem, want iedereen op de boot kende elkaar goed. "Ik zeg nu tegen mijn vrienden in Venezuela: kom niet met de boot, het is te gevaarlijk. Het is alsof je de dood op zoekt."
De kustwacht van Curaçao patrouilleert intensief op de zee tussen het eiland en Venezuela. Vorig jaar zijn er ruim 300 Venezolanen onderschept, 400 procent meer dan het jaar daarvoor. Naast vluchtelingen, nemen smokkelaars vaak ook wapens en drugs mee.
De angst om door de Curaçaose autoriteiten opgepakt te worden, begint al bij vertrek. Maar ook eenmaal op Curaçao, gaat die angst niet meer weg.
"Ik heb hier op het eiland voor mensen gewerkt die mij nog steeds geld schuldig zijn", zegt Carlos (niet zijn echte naam), een Venezolaan die al langer op het Curaçao zit. "Maar ik durf niet om het geld te vragen, omdat ik bang ben dat ze mij dan bij de politie zullen aangeven. Ik wil niet uitgezet worden, omdat ik weet dat de situatie in Venezuela veel erger is dan hier."
Het geld dat Carlos verdient, stuurt hij terug naar zijn vijf kinderen in Venezuela. "Ik heb liever twee of drie dagen hier honger, dan dat ik geen geld terugstuur." Carlos heeft zijn kinderen al twee jaar niet meer gezien.
Exacte cijfers zijn er niet, maar volgens schattingen hebben nu al tussen de vijf- en de tienduizend Venezolanen hun heil gezocht op Curaçao. Tot de blokkade van het eiland door Venezuela, kwamen de meesten per vliegtuig. Inmiddels is de boot nog de enige manier. De Venezolanen werken meestal illegaal in de bouwsector, en sturen het geld terug naar hun familie.
Ondertussen groeien de zorgen over de rechten van de Venezolanen die illegaal op het eiland verblijven. Uit angst voor een veel grotere vluchtelingenstroom uit Venezuela voert de regering van Curaçao een streng ontmoedigingsbeleid. Illegale Venezolanen worden opgespoord en zo snel mogelijk uitgezet.
Mensenrechten in het geding?
Het eiland kan deze mensen niet op een verantwoorde manier vastzetten, zegt premier Eugene Rhuggenaath. Volgens cijfers van het ministerie van Justitie op Curaçao zijn er in afgelopen jaar zo'n 1200 Venezolanen uitgezet.
Wie asiel wil aanvragen, moet sinds vorig jaar eerst door een voorselectie van de regering. Alleen wie door die screening komt mag de asielprocedure in. Voor zover bekend is nog geen enkele Venezolaan toegelaten tot deze procedure. Ook zijn er aanwijzingen voor gevallen waarin Venezolanen zijn uitgezet terwijl nog niet over hun vluchtelingenstatus was beslist.
De ombudsman van Curaçao, Keursly Concincion, onderzoekt of de regering niet te ver gaat en mensenrechten in het geding komen. "Als het zo is dat niemand is doorgestuurd, en dat kan best, dan denk ik dat die procedure toch herzien moet worden om dat in overeenstemming te brengen met het geldend internationaal recht", zegt Concincion. "Het is voor mij belangrijk dat als iemand uit een land vlucht en hulp nodig heeft dat je die persoon niet zomaar terugstuurt. Want het gevolg is dat die persoon wordt vermoord of veel risico loopt."
"Er kan een moment komen dat je gewoon vanuit je eigen hart niet iemand kan terugsturen", beaamt premier Rhuggenaath. "Maar we zijn nog niet op dat punt beland."
Het rapport van de ombudsman over de situatie van de Venezolanen op Curaçao wordt volgende maand verwacht.