Een telefoontje namens de minister van Defensie met het verzoek een onderwerp niet uit te zenden. Dat is zeer ongebruikelijk. Toch overkwam ons dat vrijdagmiddag. Reden: een researchverhaal van verslaggevers Karel Ornstein en Siebe Sietsma. Die zijn al een aantal weken bezig met onderzoek naar de kwestie Marco Kroon, een verhaal dat nog met veel vraagtekens is omgeven.
Kroon kwam onlangs met een opmerkelijke verklaring in het nieuws toen hij vertelde dat hij in 2007 een Afghaan zou hebben gedood tijdens een missie. Hij besloot het incident niet aan zijn meerderen te melden, omdat hij dacht dat dat de geheime operatie zou vertragen. Eerder werd al bekend dat het Openbaar Ministerie een 'geweldsincident' in Afghanistan onderzoekt waarbij Kroon, drager van de Militaire Willems-Orde, betrokken was.
Na Kroons verklaring rezen er veel vragen en twijfels. Journalistiek alle reden om verder in dit verhaal te duiken en dat deden wij dus ook. Hoe geloofwaardig is Kroons verklaring? In wat voor operatie was hij precies betrokken? Wie wisten daarvan en waarom is de zaak nooit gemeld? Zijn er meer van dit soort operaties?
Ornstein en Sietsma kwamen de afgelopen weken een stukje verder. Ze spraken verschillende bronnen naar aanleiding van de verklaring van Kroon en signaleerden onder meer onrust onder het Korps Commando Troepen (KCT) over een actueel veiligheidsrisico.
Vrijdagmorgen legden wij alle details voor bij het Ministerie van Defensie. Snel daarna volgde het telefoontje en een mail van de minister.
De boodschap was dat de informatie die wij hadden voorgelegd: (Staats)geheime operationele informatie bevat. Bij publicatie brengt u mensenlevens in gevaar. Om die reden verzoek ik u met klem de informatie niet te publiceren. Voor de goede orde meld ik u tevens dat het openbaar maken van staatsgeheime informatie strafbaar is gesteld.
Vervolgens was er meerdere keren contact met het departement, dat zelf ook aangaf dat dit een uitzonderlijke situatie was: wij doen dit niet snel.
Zo stonden wij voor een ingrijpend besluit: iets wat je weet niet publiceren. Dat staat haaks op je journalistieke missie.
Over het predicaat staatsgeheimen en de vermeende strafbaarheid kan je nog discussiëren. En zelfs een risico nemen door tóch te publiceren en het maatschappelijk belang te laten prevaleren. Maar de waarschuwing dat er mensenlevens op het spel staan, is andere koek.
Kunnen wij als Nieuwsuur inschatten of deze mededeling van Defensie juist is? Nee natuurlijk, want wij kennen niet alle details. Maar de details die we wél kennen (en die inderdaad het hoogst gekwalificeerde predicaat staatsgeheim dragen) maken het niet onaannemelijk. Publiceer je desondanks toch en neem je de facto de verantwoordelijkheid voor een mensenleven? Ook daarop kan het antwoord niet anders dan nee zijn. Er gaat bijna niets boven het journalistieke belang van openbaarheid, behalve een mensenleven.
Onvermijdelijk dus, en toch een machteloos gevoel.
Defensie had dit verhaal waarschijnlijk liever helemaal niet in de wereld gehad. Uiteindelijk besloten we dat openbaar te maken wat wij verantwoord vonden: er is in een missiegebied een veiligheidsrisico dat al langere tijd bestaat, dat ook nu nog actueel blijkt te zijn en waar de onrust van leden van het KCT op gestoeld is. Dat is nieuws, maar er blijven nog veel vragen over. Daarmee gaan we natuurlijk verder. Want per slot van rekening is openbaren ons vak.