De man die gisteravond een aanslag probeerde te plegen op het Centraal Station in Brussel woonde in de Brusselse gemeente Molenbeek.
Het is de wijk die na de aanslagen in november 2015 in Parijs bekend kwam te staan als 'hoofdstad van de haat' en 'jihad-hoofdstad van Europa'. Zeker drie van de acht daders kwamen er vandaan. Ook een van de verdachten van de aanslagen vorig jaar op Zaventem kwam uit Molenbeek.
Opkuisen
Na de aanslagen werden er maatregelen genomen om de "grote concentratie" geradicaliseerde moslims aan te pakken. Politie en veiligheidsdiensten kwamen in actie om de situatie in de wijk te verbeteren.
In de maanden die volgenden veranderde de wijk geregeld in bezet gebied met grootschalige politie-acties en veel militairen op straat. Molenbeek zou opgekuist worden, beloofde minister van Buitenlandse Zaken Jan Jambon.
Maar volgens Bart Eeckhout, hoofdredacteur opinie van De Morgen, schiet dat nog niet echt op. "De beloofde versterking van het politiekorps is er nog niet gekomen. In de rijkere zones in de hoofdstad hebben ze per hoofd van de bevolking meer agenten."
Jambon liet vandaag weten dat de situatie in Molenbeek niet in een aantal maanden recht te zetten is. De aanpak van radicalisering en de extra middelen voor de veiligheidsdiensten is "nog jaren werk", aldus Jambon.
Politiek debat
Premier Charles Michel kondigde vandaag wel extra maatregelen aan op het Brusselse treinstation Centraal om de veiligheid te versterken. Verder prees hij het ingrijpen van de politie en militairen.
Eeckhout verwacht dat de regering geplande veiligheidsmaatregelen nu versneld zal gaan uitvoeren, zoals het langer vasthouden van verdachten bij een arrestatie.
"Daar is nu een hevig politiek debat over. De regering wil dat 72 uur mogelijk wordt, terwijl de oppositie niet verder wil gaan dan 48 uur. De regering zal nu wel gelijk krijgen. Hoewel je je kunt afvragen wat 72 uur opsluiting had veranderd aan een aanslag van een man die niet werd verdacht van terrorisme."
De dader was niet bepaald het type vrome moslim.
De aanslagpleger was een Marokkaan van 36 die bij de politie niet bekend was vanwege terrorisme. "Hij was bekend van zedenfeiten en drugsdelicten. Niet bepaald het prototype vrome moslim", zegt Eeckhout.
Ook stond de man volgens Eeckhout niet geregistreerd als geradicaliseerd. "We weten helemaal niets over de rol van de islam in zijn leven. Dat kan betekenen dat we niet wisten dat hij radicaliseerde of dat het snel is gegaan."
Over dat laatste maken de Belgische autoriteiten zich het meeste zorgen, zegt Eeckhout. "Een mislukte crimineel die een dodelijke terrorist wordt, die aanvoerlijn krijgen we moeilijk gestopt. Criminelen zien in het mediagenieke terrorisme een kans om toch een soort held te worden."