Ze zag zichzelf als oorlogsfotografe in haar eigen stad: Letizia Battaglia fotografeerde jarenlang de maffiadoden in Palermo en werd door haar rauwe foto's wereldberoemd. "Er waren dagen met zeven moorden op een dag, maar ik moest dapper blijven. Dat was ik mezelf verplicht."
Een groot gedeelte van haar etagewoning in Palermo is opslag van haar werk. Enorme afdrukken van Battaglia's foto's staan lukraak tegen de muur. Overhoop geschoten maffialeden liggen op straat. Een zojuist gedode man ligt met gapende mond achterover geklapt in zijn auto. In een garage drijft een man in een grote plas bloed.
Kokhalzen
"Verschrikkelijk allemaal", mompelt Battaglia, die vanuit een ooghoek naar de foto's kijkt die ze rond de jaren tachtig voor de regionale krant L'Ora maakte. Tot de dag van vandaag komt meteen de neiging om te kokhalzen. "Precies hetzelfde dat ik ervoer toen ik die foto's maakte. Er ligt iemand voor je neus die tien minuten geleden is doodgeschoten. Dat went niet. Ook als je het keer op keer ziet."
Waarom ze het deed? "Het geweld registreren dat ik in mijn stad aantrof", zegt ze meteen. "Ik vond dat de wereld het moest weten. Niemand had destijds in de gaten wat er hier gebeurde."
En weer steekt Battaglia - inmiddels 82 jaar oud - een sigaret op. Ze draagt een zwarte trui, zwarte broek en het enige dat afsteekt bij haar zwart/wit foto's zijn haar fel rood geverfde haren.
Stilte
Het was niet makkelijk als vrouw tussen al die maffiadoden te werken, herinnert ze zich. Niemand vond het geloofwaardig. Aanvankelijk stuurden de politie en andere journalisten haar zelfs weg. Pas na een paar jaar ging het beter. Een politiechef hielp haar, liet Battaglia toe tot de plekken waar de moorden waren. Hij werd een vriend. Maar ook hij werd later vermoord.
De herinneringen zitten Battaglia vlak onder de huid. Haar stem breekt na tien minuten als we het hebben over de stilte die ze aantrof rond de lijken. "Iedereen keek roerloos toe. Wat was het? Berusting?" Voor haar was het anders geweest. "Mijn hart raasde. Bam-bam-bam-bam-bam! Ik moest mijn handen dwingen om stil te blijven, mijn camera trilde zowat mijn handen uit."
Politieagenten werden gedood, rechters, onderzoekers, vrouwen, kinderen. De maffia wilde de staat worden. Wie zich verzette werd vermoord.
Ze werd wereldberoemd door haar rauwe foto s van het geweld, maar makkelijk is het niet de fotografe te spreken. Er gaan weken van onderhandeling aan vooraf. Het vertrouwen van Battaglia is door haar roerige verleden getekend. Bovendien wantrouwt ze vooral mannen, vertelt een televisieproducente. "Ik wens je veel succes."
Uiteindelijk ontmoet ik Battaglia bij de presentatie van haar werk in het museum Maxxi van Rome. Mijn dochtertje van zes is meegekomen en heeft de brief met het interviewverzoek in haar handen. Battaglia glimlacht en het interview is drie minuten later geregeld. Als we elkaar voor de afspraak in Palermo treffen, is het ijs voorgoed gesmolten. Battaglia maakt de dag vrij voor onze ontmoeting.
Dreigtelefoontjes
Het gesprek komt op de stad Palermo. Ze was tien jaar toen haar ouders er naartoe trokken. Het was een vriendelijke stad waar beleefde mensen woonden. "Pas in de jaren vijftig hoorde ik voor het eerst van een afrekening op straat. Er was iemand neergeschoten en de mensen zeiden dat het iemand van de maffia was. Het verbaasde iedereen want het geweld was geen deel van ons leven."
De grote verandering kwam toen een van de grote maffiafamilies, de clan dei Corleonesi, zich in Palermo vestigde. En met de clan de heroïne. "Alles raakte onder de invloed van de criminelen en de afrekeningen begonnen. Politieagenten werden gedood, rechters, onderzoekers, vrouwen, kinderen. De maffia wilde de staat worden. Wie zich verzette werd vermoord."
Op de tafel staat de Pentax camera die alle lijken zag. Er waren jaren waarin ze zeven moorden op een dag zag. "Als fotografe ben ik nooit naar een land gestuurd waar een oorlog was. Maar dat hoefde ook niet want we hadden de oorlog in huis. Het was moeilijk te functioneren. Ik was bang als ik over straat liep, angstig als ik de deur uitstapte. Er waren dreigtelefoontjes. Maar ik moest dapper blijven. Dat was ik mezelf verplicht."
De strijd tegen de maffia werd steeds lastiger. Een deel van de politiek en justitie corrumpeerde onder de invloed van de criminelen. Battaglia barst los. "Met als gevolg dat niet alle rechters zich tegen de misdaad keerde, maar slechts een aantal. Er waren politici die zeiden: 'we moeten leren samenleven met de maffia'. Samenleven! Absurd."
Op de kast staat een foto van onderzoeksrechter Giovanni Falcone, die lachend wegkijkt bij een ontmoeting met Battaglia. Ze kwam de rechter voortdurend tegen. Succesvol startte Falcone een vervolging van de maffiaclans op Sicilië, die uitmondde in het zogeheten maxiprocesso in Palermo waarbij honderden maffialeden begin jaren negentig tot celstraffen werden veroordeeld. Maar de onvermijdelijke wraak volgde op 23 mei 1992.
De maffia blies die zaterdag de snelweg bij Palermo op, met vijftig kilo aan explosieven verstopt in een rioolbuis onder de weg. Falcone - onderweg voor een weekendbezoek aan de stad - werd meteen gedood. Net als zijn vrouw en drie lijfwachten.
"De stad liep te hoop", herinnert Battaglia zich. "De mensen trokken met duizenden door de straten, schreeuwden hun longen uit hun lijf. Voor het eerst liepen daar mensen die wilden dat er uit naam van Falcone iets zou veranderen."
Ook onderzoeksrechter Paolo Borsellino, de directe collega van Falcone, werd nog geen twee maanden na de aanslag met een autobom in Palermo gedood. "Daar lag Borsselino. Zijn hoofd was van zijn romp geblazen. Ik heb toen geen opnames gemaakt. Kon ik die man zonder zijn hoofd fotograferen? Hoe?" Ze kijkt even weg. Dan: "Vreemd genoeg heb ik er later spijt van gekregen. Ook die moord had de wereld moeten zien."
"Nog steeds lijkt het of het gisteren was. De mensen hebben niet het idee dat er is afgerekend met de werkelijke verantwoordelijken voor die moorden."
Zelfverrijking
"Het gaat beter met Palermo", zegt ze. "De openlijke macht van de maffia is verzwakt, de fascinatie voor de misdaad zie je niet meer. Grote maffiabazen zijn weg. Hun oude, gewapende bendes zijn er niet meer. Tegenwoordig zijn het hoog opgeleide mensen. Zij gebruiken de structuur van de maffia voor hun eigen macht, bij hun zelfverrijking. Overal waar het geld zit, daar kom je ze tegen. Daar zit de maffia", zegt ze.
Battaglia kijkt nog eens om zich heen en herhaalt dat het niet zo makkelijk is naar haar foto's te kijken. "Ze vertellen een verschrikkelijke geschiedenis. De beelden laten zoveel wonden zien, zoveel schoten door hoofden en harten heen. Mijn foto's zullen ook in de toekomst dat verhaal blijven vertellen. Ook als ik er niet meer ben."