Huisartsen in Nederland slaan alarm: ze hebben te weinig tijd om hun patiënten te helpen. Veel huisartsen raken zelfs zo overbelast dat ze een burn-out krijgen. Volgens de laatste cijfers van Movir raakt een groeiend aantal huisartsen arbeidsongeschikt door psychische klachten.
De huisarts heeft het drukker dan ooit omdat ziekenhuizen patiënten eerder ontslaan en mensen langer thuis wonen. Dat bezorgt huisartsen veel extra werk, zo concludeert hun belangenvereniging LHV.
In 2015 is er voor 25 miljoen euro aan taken overgedragen van ziekenhuis naar huisarts. Huisarts David Bentz van den Berg merkt dat hij vaak niet meer toekomt aan extra bezoeken.
Pilots
"Mensen die met een hartinfarct, een bypass of een nieuwe heup uit het ziekenhuis komen, die bezoek ik niet. Maar als ze daarna hier komen, zeggen ze 'jammer dat u er niet was'. Dat soort dingen zitten in mijn hoofd. En dan denk ik, hè verdorie", zegt Bentz van den Berg.
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) pleit daarom voor minder patiënten per praktijk. Er zijn in Nederland twee pilots gestart waarbij huisartsen meer tijd krijgen per patiënt.
Vincent Coenen is een van de huisartsen die meedoet aan de pilot van verzekeraar VGZ. In plaats van tien minuten per patiënt krijgt hij vijftien minuten. Hij merkt dat mensen tevredener zijn en huisartsen meer plezier hebben in hun werk.
Amper tijd
Coenen: "De consulten zijn effectiever omdat er meer aandacht is om te begrijpen wat de patiënt echt nodig heeft. Doordat we meer tijd nemen aan het begin van het proces, nemen we minder snel de verkeerde afslag. Dat scheelt ook ellende voor de patiënt."
Een van zijn patiënten merkt dan ook op: "Bij mijn vorige huisarts was het twee minuten en dan wegwezen, je had amper de tijd om de klachten te vertellen."
Daarnaast is er ook nog een financieel voordeel: omdat huisartsen meer tijd hebben, kunnen ze voorkomen dat patiënten onnodig doorgestuurd worden naar het ziekenhuis, waar de zorg een stuk duurder is. Het aantal verwijzingen naar het ziekenhuis is in de pilot gedaald met 5 tot 6 procent, zo blijkt uit de resultaten van VGZ.
Coenen: "Het kost in eerste instantie geld om patiënten meer tijd te geven, maar het levert ook geld op."
Zijn collega-huisarts Bentz van den Berg beaamt dat. "Ik hoop dat de minister erkent dat er iets aan de hand is. We willen dolgraag taken van het ziekenhuis overnemen, maar daarvoor hebben we wel meer tijd nodig. Kortom: een kleiner praktijk met minder patiënten en dus meer tijd per persoon."
Ouderen
Een andere ontwikkeling waar huisartsen mee te maken hebben zijn de langer thuiswonende ouderen. Deze mensen hebben meerdere problemen waardoor de consults langer duren wat de werkdruk bij huisartsen verhoogt.
Nienke Nieuwenhuizen, voorzitter Verenso, specialist Ouderengeneeskunde denkt dat de inzet van oudergeneeskundigen in de wijk de huisarts ook kan ontlasten. "Vooral nu mensen langer moeten thuis blijven, zou de inzet van specialisten beter zijn."
"In de praktijk wordt de oudergeneeskundige pas ingezet als de patiënt niet meer thuis kan blijven en per direct een bed nodig heeft. Dat is te laat. Daar komt bij dat als iemand in crisis een bed nodig heeft, deze er vaak niet eens is. Dus dan komen de patiënten terecht in het ziekenhuis, waar ze niet horen."