Het langdurige verblijf van de Nijmeegse huisarts Floris van den Berg op de Zuidpool nadert zijn einde. “Het was een erg dynamisch jaar, met veel problemen. Vooral op sociaal gebied. De sfeer is inmiddels onder het vriespunt."
Van den Berg zit op de Zuidpool in opdracht van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA), die bezig is reizen naar Mars voor te bereiden. Hij bestudeert het gedrag van een groep internationale wetenschappers, die ruim tien maanden doorbrengt in volledig isolement. Niemand kan hen daar bereiken, net als bij een langdurige ruimtereis.
Van den Berg onderzoekt hoe de groep reageert op isolatie, weinig zuurstof en barre omstandigheden, zoals kou en weinig of geen zonlicht. De resultaten hiervan zijn zeer waardevol voor de wetenschap, met het oog op toekomstige ruimtereizen naar Mars.
Zo test Van den Berg of de expeditieleden na verloop van tijd nog in staat zijn om ingewikkelde handelingen uit te voeren, zoals het koppelen van twee ruimtevaartvoertuigen in een flightsimulator. Dat blijkt steeds minder goed te gaan. "Je zou verwachten dat men steeds beter wordt, doordat de vaardigheden iedere maand worden herhaald. Maar het tegenoverstelde is waar. Dat is belangrijk om te weten voor de ESA."
Ook in het dagelijkse leven ziet Van den Berg dat de wetenschappers steeds vaker dingen vergeten. "Bijvoorbeeld mensen die vergeten dat ze schoonmaakdienst hebben of dat er iets kapot is."
Sommige mensen eten en praten niet meer met elkaar. Er zijn veel conflicten en dat neemt alleen maar toe.
Tien maanden Zuidpool laat zijn sporen na. Ook in het uiterlijk van de expeditieleden. "Ze hebben het vaak zelf niet door, maar als ik foto's bekijk van hoe mensen eruit zagen toen ze hier aankwamen en hoe ze er nu uitzien, dan zie je hele veranderingen in hun gezicht", zegt Van den Berg. "Sommige mensen lijken tien jaar ouder geworden. En vooral tien jaar minder vrolijk."
Want ook op sociaal gebied is er veel gebeurd. Tijdens Koningsdag zat de groep nog gezellig met elkaar aan de bitterballen en oranjebitter. Nu, ruim zeven koude en donkere maanden later, is de groep verdeeld. "Sommige mensen eten en praten niet meer met elkaar. Er zijn veel conflicten en dat neemt alleen maar toe. Sommige mensen hebben het onderschat. Het lijkt alsof ze het het voor het geld deden."
De belangrijkste conclusie van de Nederlandse onderzoeker is dat er bij een echte ruimtereis een betere selectie moet worden gemaakt. Er moet worden gekeken naar de gehele groep en niet alleen naar de kwaliteiten van de individuele personen, aldus Van den Berg.
Nu het einde in zicht is, moet de groep voorbereidingen treffen voor een nieuwe groep wetenschappers die hen gaat aflossen. Na de bitterkoude winter met temperaturen onder de -70 graden, komt het leven buiten het onderzoekscentrum weer op gang.
"Het is eindelijk weer warm. Dat wil zeggen: warmer dan -30 graden", zegt Van de Berg. "En dat is echt warm voor hier. Nu hoef je nog maar twee paar handschoenen aan."
Deze week kon er voor het eerst sinds februari weer een vliegtuig landen bij de onderzoeksbasis op de Zuidpool. "Eindelijk nieuwe mensen, na een hele tijd dezelfde te hebben gezien. Het was een bijzonder moment, omdat door de komst van de nieuwe wetenschappers ons isolement voorbij is. Het einde is in zicht, en daar word ik toch wel vrolijk van."