De stad heeft geen naam, maar er zijn gebouwen en wegen. Toch zal niemand er ooit wonen. Bezorgd door een steeds militaristischer Rusland naast de deur, heeft Litouwen een dummy-dorp gebouwd als trainingsgebied. Soldaten leren er vechten in bewoond gebied.
Het is de eerste Baltische staat die een dergelijke faciliteit bouwt. Een symbool van hoe serieus het land de dreiging van Rusland voelt.
Litouwen is de grootste van de drie Baltische landen en neemt defensie pas echt serieus sinds Rusland in 2014 de Krim in Oekraïne annexeerde. Het defensiebudget van Litouwen is de jaren daarna bijna verdubbeld en moet in 2018 uitkomen op ongeveer 900 miljoen euro, de vereiste NAVO-drempel van twee procent van het nationaal inkomen.
"Dat maakt ons land beter verdedigbaar en schrikt mogelijke vijanden af", zei de minister van Defensie Juozas Olekas eerder.
De regering van Litouwen heeft ook een 75-pagina’s tellend handboek verspreid onder de bevolking. Burgers kunnen daarin lezen hoe ze moeten handelen als er oorlog met Rusland uitbreekt. Zo zijn de Russische wapens en tanks beschreven om ze te herkennen en staan er tips in hoe je je in het donker kunt verplaatsen en kunt overleven in de bossen.
Oefenen
Litouwen breidt ook zijn strijdkrachten uit - deels door de herinvoering van de dienstplicht - en vernieuwt het wapenarsenaal: modernere wapens, waaronder anti-tank en anti-luchtdoelraketten.
Het dummy-dorp is bedoeld voor training en telt 26 bakstenen huizen van twee verdiepingen. Ze liggen rond een groot centraal plein met een politiebureau, busstation, schoolplein, voetbalveld en een kerk met een hoge toren.
"Zonder kerk zou het geen Litouws dorp zijn", zegt Kapitein Nerijus Rocevicius, commandant van het oefenterrein. Een ondergronds riool is ook geïnstalleerd, zodat soldaten - ruim duizend per keer - kunt oefenen met vechten onder het straatniveau.
Litouwen wil graag laten zien dat het ook zelf verantwoordelijkheid neemt, nu er meer NAVO-militairen in het land zullen worden gestationeerd. Volgend jaar gaan er 100 tot 150 Nederlanders naar het gebied, als onderdeel van vier NAVO-bataljons in Polen, Estland, Letland en Litouwen.
Schending
Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert zei vorige maand tijdens een NAVO-bijeenkomst dat de militaire aanwezigheid duidelijk maakt "dat geen enkele schending van de bondgenootschappelijke integriteit onbeantwoord zal blijven".
Vorige maand hebben de Russen in de enclave Kaliningrad aan de Oostzee Iskander-raketten geplaatst. Die raketten kunnen worden voorzien van kernkoppen en hebben een bereik van 700 kilometer, wat tot veel onrust leidde in de Baltische staten.
Premier Mark Rutte zei eerder dat de NAVO bereid moet zijn een vuist te maken. "We moeten laten zien dat we bereid zijn ons te verdedigen. Maar tegelijkertijd moeten we wel de dialoog gaande houden met de Russen", aldus Rutte.
