Palmyra was ooit een stad in bloei. Een archeologische goudmijn en een van de grootste toeristische trekpleisters van Syrië. Voor de oorlog bezochten jaarlijks 150.000 mensen de stad. "Veel mensen kwamen hier om alle schoonheid te zien. Nu is alles kapot."
De 26-jarige Ahmad Joudeh bezoekt met zijn moeder de stad waar zij vandaan komt. Het doet haar pijn Palmyra zo te zien. "De terroristen hebben de stad en de oude cultuur verwoest. Het maakt me droevig. Maar wat ze ook doen, de beschaving van Palmyra blijft bestaan."
Dansen in het amfitheater
De historische stad was tien maanden lang in handen van IS. In die tijd werden verschillende oude gebouwen vernield. De terreurgroep blies onder meer tempels, een zuilengalerij en eeuwenoude tombes op. In het oude amfitheater voerde IS executies uit.
"IS heeft hier mensen vermoord", zegt Ahmad als hij op het toneel van het amfitheater staat. Voor hemzelf is het een plek waar hij bijzondere herinneringen aan heeft. "De eerste dansshow die ik ooit gaf was in dit theater, in 2007. Mijn moeder zat toen in het publiek."
Nu bijna tien jaar later is zijn moeder de enige toeschouwer op de tribune. Maar Ahmad is ervan overtuigd dat dat in de toekomst zal veranderen. "We zullen hier weer dansen."
Palmyra zelf is voor Ahmad ook van grote betekenis. "Mijn moeder komt uit deze stad, dus voor mij voelt het ook als thuis. Ik voel veel positieve energie wanneer ik hier ben."
Hij noemt de stad een bijzondere woestijnroos. "Met ons bezoek willen we Palmyra onze steun betuigen. Dat we niet toestaan dat er in de stad terroristen verblijven."
Ze bezoeken het huis van zijn moeders familie. Het is volledig overhoop gehaald. Tussen de rommel vinden ze oude foto's en wat achtergebleven spullen van de familie. "IS-strijders hebben alles vernietigd. Zelfs de herinneringen", zegt Ahmad.
Zijn moeder hoopt dat het land in de toekomst weer veilig wordt. "Zodat mijn kinderen verder kunnen studeren en we een goed leven krijgen. Dat wij de draad van ons leven weer kunnen oppakken."
