In het omsingelde Aleppo dreigt een nieuw 'Srebrenica'. Daarvoor waarschuwt minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders in een opiniestuk. Hij vindt dat de internationale gemeenschap de druk op de Syrische president Bashar al-Aassad moet opvoeren.
Onlangs veroverde het Syrische leger, met hulp van Rusland, de laatste toegangsweg naar de stad, waardoor de rebellen en inwoners volgens minister Koenders nu feitelijk worden belegerd. In Aleppo, ooit de grootste stad van Syrie, zitten zo'n 300.000 mensen vast tussen de strijdende partijen.
"Niet anders dan Rwanda of Srebrenica, bestaat er een reëel risico dat de naam 'Aleppo' synoniem wordt voor het falen van de wereld om tot actie over te gaan", schrijft Koenders in het stuk in de Britse krant The Independent. Hij legt een verband met de Rwandese genocide die in 1994 plaatsvond en de val van Srebrenica in 1995, waarbij de internationale gemeenschap niet ingreep.
De minister pleit daarom voor een verhoging van de internationale druk op het regime, om zo een einde te maken aan de belegering van Aleppo. "Dit soort druk heeft effect", aldus Koenders.
Hij wijst daarbij op het Syrische staakt-het-vuren dat in februari in München werd overeengekomen, dat enkele maanden grotendeels standhield. In die periode kregen een miljoen Syriërs humanitaire hulp, benadrukt de minister.
In reactie op het voorstel van Rusland en Syrië om humanitaire corridors rondom Aleppo mogelijk te maken, zegt Koenders dat een derde partij als de Verenigde Naties hiervoor verantwoordelijk moet worden gemaakt.
"Het moet duidelijk zijn dat het lot van de 300.000 mensen in deze stad niet in handen kan worden gelegd van het regime van Assad en zijn bondgenoten. Dat is een nalatenschap die we ons niet kunnen veroorloven."
Koos van Dam, die tot vandaag Nederlandse VN-gezant voor Syrië was, vindt juist dat er rechtstreeks moet worden gesproken met Assad. Dat standpunt liet hij de afgelopen dagen horen in interviews met NRC en de Volkskrant, en herhaalde hij vanochtend in het Radio 1 Journaal.
"Wil je een conflict oplossen, dan moet je met alle relevante partijen praten. Assad is hierbij een van de relevante partijen", aldus Van Dam op de radio. Zijn standpunt wijkt daarmee af van dat van minister Koenders, de Europese Unie en de Verenigde Staten.
We moeten Assad ervan proberen te overtuigen dat het ook in zijn belang is om een oplossing te bereiken.
Volgens Van Dam is het een fout geweest om het vertrek van Assad als voorwaarde voor gesprekken te eisen. "Door ons te fixeren op Assad en steeds te stellen dat hij eerst weg moet of moet aangeven dat hij aan het eind van de verschrikkingen verdwenen is, weet je dus zeker dat hij niet gaat onderhandelen."
Van Dam noemt het Westen te ethisch en te naïef. "Uiteindelijk zullen we met alle partijen moeten praten. Je moet het altijd proberen. We moeten Assad ervan proberen te overtuigen dat het ook in zijn belang is om een oplossing te bereiken voor alle Syriërs."