Door de aanslagen in Parijs zijn alle ogen gericht op de Franse hoofdstad, maar ook de Brusselse gemeente Molenbeek is sinds vrijdag in beeld. Daar woonde zeker een van de terroristen die de aanslagen pleegden en mogelijk kwamen ook andere betrokkenen ervandaan.
Het afgelopen weekend waren er al verschillende invallen en huiszoekingen in Molenbeek. Vandaag was de Belgische politie opnieuw bezig met een grote actie in de Brusselse gemeente. Agenten vielen een huis binnen en er zou zijn geschoten, maar er is niemand aangehouden.
Nieuwsuur spreekt met Hans Bonte, burgemeester van Vilvoorde, een gemeente aan de rand van Brussel, waarvandaan veel jongeren zijn vertrokken naar Syrië. Hij werkte eerder zelf als straathoekwerker in Molenbeek.
'Te laks'
"In Molenbeek is de zaak op dit moment niet onder controle", zei minister Jan Jambon gisteren op de Belgische televisie. Hij vindt dat "men jarenlang te laks" met de situatie in de gemeente is omgegaan.
Volgens Jambon ligt in Molenbeek de essentie van de zaak vanwege een grote concentratie geradicaliseerde moslims. "We moeten daar een tandje bijsteken en de zaken bijsturen. We moeten nu de krachten bundelen en het laatste deel van het werk opknappen."
'Gigantisch probleem'
Ook de Belgische premier Charles Michel zei op tv zich zorgen te maken. "Ik stel vast dat er bijna altijd een link met Molenbeek is, dat is een gigantisch probleem." Hij benadrukte dat er in de afgelopen maanden al het een en ander is gedaan om de situatie te verbeteren. Nu moet er ook meer repressie komen, vindt hij.
"We gaan met de lokale autoriteiten hard werken, de federale regering is bereid meer middelen te leveren om de situatie op het terrein in heel België te verbeteren, ook op de plaatsen waar problemen bestaan."
Sint-Jans Molenbeek
Molenbeek, officieel Sint-Jans Molenbeek, is een van de negentien gemeenten waaruit Brussel bestaat. Er wonen ongeveer 95.000 inwoners, waaronder veel migranten. Veel mensen zijn van Marokkaanse en Algerijnse komaf.
De gemeente is vaker in verband gebracht met terrorisme: de man die in augustus een aanval deed op de Thalys verbleef er enkele maanden en ook de vermoedelijke dader van de aanslag op het Joods museum in Brussel vorig jaar, woonde in Molenbeek.
Sociaal afsluiten
De NOS sprak gisteren over de situatie in Molenbeek met hoogleraar stadssociologie Eric Corijn van de Vrije Universiteit van Brussel. Volgens hem is er in de gemeente weinig uitzicht op een goed leven. "Veel jongeren leven op straat. Er is in dergelijke gemeenten weinig uitzicht op werk voor jongeren; de jeugdwerkloosheid ligt een stuk hoger dan het gemiddelde in Brussel."
Volgens de hoogleraar is er waarschijnlijk een relatief kleine groep jongeren, tussen de 200 en 250, die zich sociaal afsluit en via online netwerken contact heeft met mensen die hetzelfde voelen. "Dit zijn jongeren die juist niet naar de moskee gaan en weinig contact hebben met familie. Het is goed mogelijk dat lokale ronselaars in contact komen met deze mensen en dat ze daardoor radicaliseren", aldus Corijn.
Hoop voor toekomst
Hij waarschuwt voor grote acties vanuit de overheid. "Het gevaar is dat alles en iedereen in Molenbeek op een hoop wordt gegooid en dat de politie straks van deur tot deur gaat en dat ook onschuldige mensen erdoor geraakt worden." Volgens Corijn werken dergelijke acties de radicalisering alleen maar in de hand.
De hoogleraar benadrukt dat er ook nog hoop is voor Molenbeek. "Er wordt hard gewerkt door de Marokkaanse middenklasse om echt iets van de gemeente te maken. Daarnaast komt er steeds meer geld vrij om het verder op te knappen."