Nog een halve maand te gaan en de decentralisatie van de zorg is een feit. De oppositie is er nog niet gerust op.
Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid zei vandaag in de Tweede Kamer dat wat op papier is ontwikkeld niet altijd naadloos zal aansluiten bij de praktijk. "We houden oog voor individuen en zullen ruimte creëren voor oplossingen."
In het zogenaamde transitie-overleg van vandaag, over de laatste losse eindjes, staat veel op de agenda: de voortgang en de knelpunten bij de jeugdzorg, bij de gemeenten, de zorgverzekeraars en bij de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). Van Rijn belooft dat het meldpunt voor problemen met de nieuwe wet ook de eerste maanden van 2015 actief blijft.
In de brieven die staatssecretaris Van Rijn naar de Kamer heeft gestuurd, overheerst een optimistische toon. Van Rijn benadrukt dat er sprake zal zijn van 'continuïteit van zorg'. Maar vertegenwoordigers van cliënten, zorgaanbieders en oppositiepartijen hebben nog een waslijst aan knelpunten en onduidelijkheden.
Heel veel mensen hebben nog altijd niet gehoord hoe hun zorg gaat veranderen in januari en vragen zich af of zij na de Kerstdagen nog wel kunnen rekenen op hun zorg en ondersteuning.
Zo'n driehonderd mensen met een zware zorgvraag die tussen wal en schip dreigden te vallen, houden hun recht op zware zorg thuis. Dat heeft Van Rijn deze week in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Aanleiding was de Nieuwsuuruitzending van woensdag 3 december.
Van Rijn wil dat ze niet langer in onzekerheid zitten. Als ze aan een aantal voorwaarden voldoen, krijgen ze direct toegang tot de nieuwe Wet langdurige zorg. Dan vallen ze in ieder geval voorlopig onder het Rijk. Later volgend jaar volgt dan een definitieve beslissing. Mensen die denken dat ze ook tot deze groep behoren, kunnen zich deze maand nog aanmelden bij het Informatiepunt WLZ-overgangsrecht.