Het team richtte zich onder meer op malafide goudhandel
NOS Nieuws

Duur anti-misdaadteam opgedoekt na twijfels over meerwaarde

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

Een speciaal team van zes verschillende diensten moest een vuist maken tegen 'ondermijnende criminaliteit'. Het project kostte tientallen miljoenen. Op dit moment wordt het team in allerijl opgedoekt, bij gebrek aan politieke steun.

In de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC) werken zes organisaties samen: politie, Openbaar Ministerie, douane, Belastingdienst, FIOD en marechaussee. Hun opdracht was om gezamenlijk nieuwe methoden te ontwikkelen tegen georganiseerde misdaad.

Afgelopen maart verlengde toenmalig demissionair minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid de samenwerking nog met twee jaar. Volgens haar waren er al mooie resultaten behaald: nieuwe inzichten over wapenhandel, het bedenken van slimmere controles op drugs en de inbeslagname van drie miljoen euro aan goud.

Toch trok de Tweede Kamer kort hierna opeens de stekker uit het team. Dit gebeurde nota bene op initiatief van Yesilgöz' eigen partij, de VVD. Die noemde NSOC "de zoveelste nieuwe organisatie" waarvan de meerwaarde onduidelijk is. De nieuwe minister van Justitie Van Weel (ook VVD), die in juli aantrad, besloot daarop het team "versneld af te bouwen".

Ontsteltenis

En dus wordt het pand in Driebergen momenteel leeggeruimd. Binnen NSOC is de ontsteltenis groot. Medewerkers vinden dat ze niet de kans hebben gekregen hun meerwaarde te bewijzen. Innovatieve werkwijzen bedenken en testen kost nu eenmaal tijd, klinkt het.

Maar in de Tweede Kamer was het vertrouwen bij voorbaat laag. Dat heeft alles te maken met de start van het team in 2020. Toen werd de voorloper van NSOC opgericht, het Multidisciplinair Interventieteam (MIT).

Aanleiding was de moord op advocaat Derk Wiersum. De politiek wilde dat er snel meer werd gedaan om zware misdaad aan te pakken. Het MIT was het antwoord, volgens sommigen een Nederlandse variant op de Amerikaanse opsporingsdienst FBI.

Concurrentie

Het team moest "gecoördineerd veel hardere klappen uitdelen aan criminele sectoren", zoals een van de deelnemers uitlegde. Aan ambities geen gebrek in het 150 pagina's tellende programmaplan, maar echt samenwerken onder één dak bleek ingewikkeld voor de zes 'moederorganisaties'.

Niet voor iedereen was even duidelijk wat precies de taken waren van het nieuwe anti-misdaadteam. Dat bovendien zou concurreren met de bestaande diensten, zowel inhoudelijk als op het personele vlak. De politie was bijvoorbeeld hard op zoek naar dataspecialisten, maar het nieuwe MIT ook.

Gedwongen huwelijk

Ook waren er praktische hobbels. Zo mochten de deelnemers niet zomaar gegevens met elkaar delen. Tientallen miljoenen gingen er naar het MIT, terwijl de twijfel over het 'gedwongen huwelijk' alleen maar toenam.

De laatste nieuwsbrief uit mei 2022 verhaalt over een MIT-workshop waarbij deelnemers eendjes van Lego moesten bouwen om elkaar beter te leren begrijpen. Diezelfde maand greep de minister in. Er werd te veel gepraat en te weinig concreet resultaat geboekt, vond Yesilgöz.

Ze besloot dat de focus vanaf nu kwam te liggen op nieuwe manieren om criminele geldstromen en foute dienstverleners aan te pakken. Ook gaf ze het beestje een nieuwe naam: NSOC.

In 2022 bouwden medewerkers eendjes van Lego om begrip te kweken voor elkaars zienswijzen

Het team onderzocht de afgelopen anderhalf jaar corruptie in de haven, liet privévliegtuigen controleren op drugs en bekeek met de TU Eindhoven hoe je verstopt contant geld kunt detecteren in vrachtladingen. Volgens NSOC is het slechts een greep uit de projecten die iets nuttigs hebben opgeleverd.

Maar het politieke draagvlak bleek al verdwenen. De overeenkomst die ervoor moest zorgen dat de betrokken organisaties onderling informatie mochten uitwisselen, is er nooit gekomen. NSOC had 181 medewerkers moeten tellen (het MIT zelfs 400), maar het team is nooit boven de 100 mensen uitgekomen.

Jammer

De zes betrokken diensten noemen het opheffen van NSOC jammer. "Het had meerwaarde", zegt bijvoorbeeld de douane. De organisaties verzekeren dat de onderlinge samenwerking niet zal verdwijnen.

Maar het NSOC-personeel is daar niet zo zeker van. De medewerkers kennen hun oorspronkelijke werkgevers: die zijn gericht op hun eigen afdelingen, op hun eigen resultaten.

"Dat keurslijf loslaten, met z'n allen bij elkaar gaan zitten om te experimenteren, dat is echt een heel andere werkwijze", reageert NSOC-directeur Joost van Slobbe. "Natuurlijk zal er worden samengewerkt, maar ik ben bang dat het meer van hetzelfde zal opleveren."

Prullenbak

Deskundigen op het gebied van ondermijnende criminaliteit hebben een dubbel gevoel bij de plotselinge opheffing van het team. "Je zou toch willen dat de overheid plannen maakt voor de lange termijn", zegt Teun van Ruitenburg, lector ondermijning aan de Avans Hogeschool. "Nu is er heel veel opgetuigd, dat door een politieke beslissing zomaar weer de prullenbak in gaat. Dat steekt."

Tegelijkertijd is het ongeduld te begrijpen, zegt hij. Uit een eerdere evaluatie blijkt volgens Van Ruitenburg dat de betrokken organisaties niet goed wisten wat ze precies met het team wilden bereiken. "De vraag of je genoeg resultaat hebt geboekt, valt of staat met de vraag wat je gedaan wil hebben. Ze hebben hun doelen te weinig concreet gemaakt."

Aan het MIT en NSOC zijn intussen wel vele miljoenen besteed. "Veel mensen zullen dit zonde vinden van het geld. Omdat medewerkers wel nieuwe kennis en ervaring mee terugnemen, hoop ik dat het niet voor niets is geweest."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl