De Verenigde Naties hebben forse kritiek geuit op de manier waarop Nederland omgaat met mensen met een beperking. In een vandaag gepubliceerd rapport stelt een VN-comité dat het in Nederland slecht is gesteld met de toegankelijkheid van het onderwijs, het openbaar vervoer en de arbeidsmarkt voor mensen met een beperking.
In het rapport stelt het comité dat het in Nederland ontbreekt aan een strategie om de afspraken in het VN-mensenrechtenverdrag Handicap na te komen. Acht jaar geleden heeft Nederland dat verdrag ondertekend, met de belofte de rechten van mensen met een beperking te beschermen en hun onbelemmerde deelname aan de maatschappij te bevorderen.
Volgens het rapport evalueert de Nederlandse overheid onvoldoende of wetten en de praktijk goed aansluiten bij de beloftes in het verdrag. Daarnaast zouden er te grote verschillen bestaan tussen gemeenten op het gebied van inclusie voor mensen met een beperking.
Mensen verdwalen in het landschap van zorg en ondersteuning.
Jurist en ervaringsdeskundige Jiska Ogier herkent het beeld dat wordt geschetst in het rapport. "We denken vaak: Nederland is een rijk land waar het goed geregeld is, maar dat is echt een mythe. Het feit dat alles lokaal geregeld is, maakt dat er grote verschillen zijn. Mensen verdwalen in het landschap van zorg en ondersteuning."
'Frustrerend en beperkend'
Ogier zit zelf in een rolstoel en beschrijft hoe de wirwar aan regels haar belemmert. "Een rolstoel moet je bij de gemeente aanvragen, maar elke gemeente hanteert een eigen procedure. Als je verhuist naar een andere gemeente, wil je die rolstoel waarschijnlijk meenemen. Dan kan het dus gebeuren dat de ene gemeente zegt: lever je rolstoel maar in, en dat je in de nieuwe gemeente het hele proces opnieuw moet doorlopen. Dat is ontzettend frustrerend, maar ook heel beperkend."
Volgens Ogier komen er in het rapport stevige pijnpunten naar voren. "Het comité zegt dat Nederland veel laat liggen en dat we de essentie van het verdrag niet voldoende implementeren."
Roos Hoelen is slechtziend. Zij mist vooral wetgeving om mensen met een beperking aan het werk te helpen:
Ook Ilya Soffer, directeur van Iederin, een belangenorganisatie voor mensen met een beperking of chronische ziekte, noemt het VN-rapport vlijmscherp. "Of het nu gaat over de zorg, onderwijs of werk: op alle gebieden constateert het comité van de VN dat Nederland te weinig werk maakt van het verdrag. Dat voelt als een enorme erkenning. Wij kloppen al tien jaar lang op allerlei deuren om aan te kaarten dat de positie van mensen met een beperking de afgelopen jaren is verslechterd."
Het comité uit onder meer zorgen over het grote aantal kinderen in Nederland dat naar speciaal onderwijs gaat en over de lange wachtlijsten voor speciaal onderwijs. Volgens het rapport is het reguliere onderwijs onvoldoende toegankelijk voor kinderen met een beperking en zijn leerkrachten onvoldoende opgeleid voor het bieden van inclusief onderwijs.
Ook is de VN kritisch op gedwongen behandelingen in bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg. In het rapport staat dat er een onmiddellijk einde moet komen aan alle vormen van gedwongen medische behandelingen en dat daar alternatieve methodes voor in de plaats moeten komen.
Huiswerk
Als belangrijke aanbeveling zegt de VN dat er landelijke normen en richtlijnen moeten komen zodat de afspraken in het VN-verdrag effectief kunnen worden nagekomen. Soffer: "Daar moeten alle gemeenten zich dan aan houden, zodat mensen met een beperking, in welke gemeente ze ook wonen, overal dezelfde rechten hebben en op gelijke voet kunnen meedoen in de samenleving."
Staatssecretaris Vicky Maeijer (PVV) van Langdurige Zorg noemt de aanbevelingen van de VN een "aardig pakket aan huiswerk". "De rode draad is dat we nog flinke stappen moeten zetten op het toegankelijker maken van onze samenleving." Maeijer erkent dat de kritiek op de situatie in Nederland deels een "uitvloeisel is van de decentralisatie". De staatssecretaris zegt nog geen concrete oplossingen te hebben, maar van plan te zijn op korte termijn in gesprek te gaan met mensen om wie het gaat, "om met hen te kijken: wat kunnen we doen voor die doelgroep?"