Deel opvarenden gezonken superjacht omgekomen door verstikking
Een deel van de opvarenden van het vorige maand voor de kust van Sicilië gezonken superjacht is niet overleden door verdrinking, maar door verstikking. Dat melden Italiaanse media op basis van bronnen dicht bij het onderzoek.
Het gaat om vier slachtoffers die werden gevonden in een hut aan de linkerkant van het schip. Uit autopsie zou zijn gebleken dat zij geen water in hun longen hadden. Ook hadden ze geen andere verwondingen.
Onderzoekers denken nu dat het viertal is gestikt doordat de zuurstof opraakte in de hut. Waarschijnlijk werd de ruimte door het stijgende water steeds kleiner en vulde de lucht zich met koolstofdioxide.
Omdat het schip tijdens het zinken naar rechts overhelde, bestaat het vermoeden dat de vier bewust naar de hut zijn gevlucht. In de ruimte zat waarschijnlijk een van de laatste luchtbellen met zuurstof.
Onderzoek
Het 56 meter lange jacht verging vorige maand toen het voor anker lag in de buurt van Palermo. Het schip met 22 mensen aan boord kwam terecht in slecht weer, waarna het kapseisde en zonk.
Vijftien mensen konden worden gered, maar zeven opvarenden zonken met het schip naar de bodem. Onder hen was ook de eigenaar van het schip, de 56-jarige techmiljardair Mike Lynch, en zijn 18-jarige dochter. De autopsie van hun lichamen is nog niet afgerond.
Het Openbaar Ministerie in Italië onderzoekt wie verantwoordelijk kan worden gehouden. Hierbij wordt vooral gekeken naar de rol van de 51-jarige kapitein, James Cutfield uit Nieuw-Zeeland, die het incident overleefde. Hij was als gezagvoerder verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord.