Zware val en lange EHBO-avond in Nancy maken Meijerings Tour-vervolg onzeker
De schuifdeuren met rode kruis erop zoeven open: wielrenster Mareille Meijering komt moeizaam de halfvolle EHBO-post van het ziekenhuis in Nancy binnengelopen.
Met een grimas van pijn op het gezicht zakt de Nederlandse renster neer op een houten stoeltje in de wachtkamer. Haar begeleider, de besnorde ploegdokter van Movistar, trekt een nummertje.
Crash
Drie uur daarvoor vliegt Meijering, op dat moment de nummer elf in de Tour de France Femmes, over de kop bij een crash in de slotkilometers van etappe vijf. Een nare val, waar ook geletruidrager Demi Vollering bij ligt.
Beiden staan weer op en fietsen door. Meijering haalt de finish door in het wiel te duiken bij Vollering. "Ga daar achteraan, zei de ploegleider toen Vollering langsfietste", vertelt ze.
Meijering en Vollering komen samen op 1.47 minuut van winnares Kasia Niewiadoma over de finish in Amnéville. Meijering zakt naar plek 21, Vollering verliest de gele trui.
Koers uitgereden, maar de pijn blijft. Movistar besluit dat Meijering toch even naar het ziekenhuis moet.
Het medisch centrum van Nancy lijkt de beste optie, een uur zuidelijker. Want: dichter bij het hotel van die avond. En: verder weg van de finishplaats Amnéville, waar waarschijnlijk de meeste slachtoffers van de valpartij naartoe zouden gaan, hadden ze bij Movistar goed ingeschat.
Vlug is voor de Franse dokters duidelijk waar Meijering pijn heeft. "Ribben en rug. We gaan een foto laten maken. Hopelijk zijn er geen breuken."
En dan begint het lange wachten onder de tl-verlichting in een warme Franse wachtkamer.
Martelwerktuig
Buiten staan vier artsen in witte jassen te roken. Binnen buigt een bejaard stel zich voorover om slappe koffie uit een automaat te trekken. Bijna stoten ze Meijering aan. De snoepautomaat werkt niet. En op de grijze vloer liggen nog wat opgedroogde bloedvegen.
Vakantiegangers stromen binnen. De vader van een Nederlands gezin verwondde zijn knie toen hij in een rivier zwom. Zijn vrouw en zoontje zijn mee. "Trekken we hier een nummertje?"
Het houten stoeltje waar Meijering op zit begint steeds meer te voelen als een martelwerktuig. Om de minuut moet ze even verzitten. De rug en ribben werken niet mee.
Of ze ooit eerder zo hard gevallen is? "Jaren geleden een keer. Hopelijk kan ik morgen weer starten", zegt ze met een grote fles water in de hand.
De wachtkamer raakt voller en warmer. Puffend en steunend komt een dwarsdoorsnede van de Franse bevolking binnen. Een vrouw verlaat een behandelkamer met een lapje op haar oog. Een man wordt in handboeien naar buiten geleid.
Röntgenfoto
Anderhalf uur nadat ze zich had gemeld, roept een dokter de nummer 21 van de Tour de France Femmes voor de röntgenfoto.
Ook met een gebroken rib wil Meijering best rijden, zolang het gaat, schat ze in. Nog drie dagen doorbijten, tot de finish op Alpe d'Huez. "Ik moet nog wat tijd goedmaken in het klassement."
Tot morgen bij de start? Hoopvol: "We gaan het zien."
En dan roept de dokter: "Madame Meijering, Mareille?"
Even later keert Meijering met een opgelucht gezicht samen met de Movistar-ploegdokter terug en loopt met gekruiste vingers door de schuifdeuren weer weg: "Niets gebroken."
"Nu eten, verzorgen en snel slapen."