Bregje (links) en Noortje de Brouwer
NOS Sport

Waarom zijn er zoveel tweelingen bij synchroonzwemmen? 'Haast een noodzaak'

  • Frank Hettinga

    redacteur NOS Sport

  • Frank Hettinga

    redacteur NOS Sport

"We hebben een keer aan een wedstrijd meegedaan met tien tweelingen en één drieling. Ja, dat zegt toch wel iets", grinnikt synchroonzwemster Bregje de Brouwer.

In geen enkele andere sport zie je zo vaak tweelingen opduiken als bij het synchroonzwemmen.

Op de Olympische Spelen in Parijs verschijnen er vanavond geen tien, maar toch zeker vijf tweelingen aan de rand van het bad voor de technische oefening voor duetten. Morgen volgt de vrije oefening.

De Nederlandse tweeling Noortje en Bregje de Brouwer is een van de kanshebbers op een medaille. Op de Spelen in Tokio in 2021 eindigden de 25-jarige zussen nog als negende in de finale. Maar dit jaar pakten ze plots het zilver op de WK op de vrije kür én tweemaal goud op de EK.

Noortje en Bregje de Brouwer samen met coach Esther Jauma na het behalen van zilver op het WK

Hoe komt het dat er zoveel tweelingen synchroonzwemmen? En zijn zij in het voordeel? Het vorige duo dat namens Nederland op de Spelen uitkwam, in 2008 in Peking, was ook een tweeling: Bianca en Sonja van der Velden.

Het komt allemaal neer op dat ene woord: synchronisatie, zegt bondscoach Esther Jauma. "Maar synchronisatie betekent in dit geval niet alleen dat ze allebei hetzelfde doen op hetzelfde moment. Het óógt ook precies hetzelfde. Met twee paar benen in de lucht die hetzelfde zijn."

Jauma zegt vaak tegen de zussen De Brouwer: "Ook al maken jullie een fout, dan ziet het er allemaal nog niet zo slecht uit, omdat het als tweeling wel gelijk oogt. De fout valt niet zo op."

Ze lacht. "Daarom zijn alle coaches in het synchroonzwemmen op zoek naar tweelingen. De synchronisatie heeft de vraag naar tweelingen gecreëerd. Het is haast een noodzaak geworden."

De tweeling De Brouwer uit Goirle werd al op 4-jarige leeftijd met het synchroonzwemvirus aangestoken door hun oudere zus en nicht. In het bad stonden ze gebiologeerd te kijken hoe die benen sierlijk door het water wiekten.

Maar inderdaad, enige aanmoedigingen van zwemcoaches hielpen ook wel, vertelt Bregje. "Die zagen een tweeling en dachten: binnenhalen!"

Noortje: "Ja, ze dachten, kom maar meteen hierheen, die willen wij wel. En wij waren dol op water, het liefst lagen we er al meteen in. Na ons B-diploma zijn we direct begonnen."

Communicatie

Noortje ziet de communicatie als hun belangrijkste voordeel. "Met iemand buiten je familie ben je toch een beetje voorzichtig. Maar wij kunnen gewoon alles tegen elkaar zeggen. Dat werkt heel fijn als je 35 uur per week samen traint. We hoeven niet te denken: oei, zal ik dat wel tegen haar zeggen? Nee, strek je benen gewoon! Ga door!"

"Bij tweelingen is altijd de een de leider en de ander de volger", zegt Jauma. "Doorgaans is de een mentaal wat sterker en de ander fysiek wat sterker. Ik zou zeggen dat Noortje de leider is als het gaat om beslissingen nemen. Bregje is fysiek wat sterker en neemt wat meer de leiding tijdens de training. Daardoor is er een goede balans."

Maar waarom zijn er dan niet zoveel tweelingen in andere duosporten, zoals bijvoorbeeld in het dubbelspel in het tennis?

"Als de een wat getalenteerder is dan de ander in een sport, dan geeft dat problemen bij tweelingen", zegt Jauma. "Ook thuis. Als ouder wil je je kinderen niet vergelijken. Voor coaches geldt natuurlijk hetzelfde. Dat is niet erg positief. Maar in het synchroonzwemmen gaat dat probleem niet op. Ze zijn gelijken in het water. Dat is echt een voordeel aan deze sport. "

Toch was de Spaanse coach Jauma, die sinds 2017 met de zussen traint, aanvankelijk wat huiverig voor een samenwerking met een tweeling. "Ik hoorde van andere coaches dat het soms vrij moeilijk trainen is met tweelingen. Er zou altijd een beetje jaloezie zijn. Als je de een wat geeft, wil de ander dat ook, zeiden ze. En dan volgt er ruzie."

Derde wiel

"Maar dat is bij Bregje en Noortje absoluut niet het geval. Ik heb ze nog nooit ruzie zien maken, in al die zeven jaar niet. Ongelofelijk eigenlijk. Ze hebben ook altijd een lach op hun gezicht. Altijd. Ze zijn zo close. Ze steunen elkaar door dik en dun. Ja, ik ben soms wel een beetje het derde wiel, haha!"

Zeker als het gaat om het uitspreken van doelen. Jauma zou graag zien dat Noortje en Bregje volmondig durven te verkondigen dat ze voor goud gaan in Parijs.

Maar ondanks de recente successen zal de immer bescheiden tweeling zichzelf nooit zo op de borst kloppen.

"Nee, dat zit niet in ons", zegt Noortje.

Bregje: "Ook om teleurstellingen te voorkomen, denk ik."

Noortje: "We willen niet nog extra druk creëren."

Bregje: "Dat we nu durven te zeggen dat we mee zullen strijden..."

Noortje: "... is al een hele stap voor ons."

Volg de Olympische Spelen

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl