Gronings als streektaal staat steeds verder onder druk
Het Gronings als streektaal komt steeds meer onder druk te staan. Uit onderzoek blijkt dat maar de helft van de Groningers het belangrijk vindt om het 'Grunnegs' te leren aan hun kinderen.
"Ga je een generatie verder, dan geeft daarvan de helft van de mensen het Gronings nog maar door", zegt onderzoeker Raoul Buurke bij RTV Noord. "Je kunt je voorstellen dat het dan vrij snel naar beneden gaat met het aantal Gronings sprekende mensen."
Op dit moment kan 41 procent van de Groningers een simpel gesprek in het Gronings voeren. 17 procent gebruikt de streektaal dagelijks thuis.
Buurke deed samen met een aantal collega's bij de Rijksuniversiteit Groningen taalonderzoek in de drie noordelijke provincies. Wat daarbij opvalt is dat de Friezen veel meer dan de Groningers en Drenten hun taal hoogschatten.
Zo geeft 70 procent van de Friessprekende mensen de taal aan hun kinderen door. "Dat percentage in Friesland is ook redelijk consistent over de generaties heen" aldus de onderzoeker. "Dus bij het Gronings gaat het omlaag, bij Fries blijft het gelijk, is het zelfs een beetje omhoog gegaan. Opzienbarend, want de meeste Europese streektalen worden juist minder doorgegeven."
Geld beschikbaar
De Friezen hebben het daarbij wel gemakkelijker dan de Groningers, stelt Buurke. Het Fries is officieel erkend als tweede landstaal. Er is geld beschikbaar om het Fries, en onderwijs in het Fries, te promoten. Ook hoeven de Friezen alleen maar met andere Friestaligen te overleggen als er een keer iets moet worden besproken of aangepast.
De Groningers hebben al die voordelen niet. Hun taal is bovendien minder begrensd dan het Fries. Het Gronings maakt onderdeel uit van het Nedersaksisch, een streektaal die in tal van varianten ook wordt gesproken in Drenthe, Overijssel, in de Achterhoek en ook over de grens in Duitsland.
Hoewel het Gronings dus onder druk staat, maakt Buurke zich geen zorgen dat de taal verdwijnt. "Er zal altijd een groep blijven die Gronings blijft spreken", zegt hij. Hij merkt dat ook aan de belangstelling voor zijn werk in het Speech Lab van de universiteit.
"We hebben een basisschoolprogramma in het Gronings gemaakt. Dat is door meer dan honderd basisscholen gekocht in Groningen en zelfs een paar in Friesland. Het was razend populair."
Binding
Tegelijk merkt de onderzoeker dat ook anno 2024 nog allerlei vooroordelen tegen het spreken van een streektaal leven, bijvoorbeeld dat je minder intelligent zou zijn als je je in het Gronings uitdrukt. "Helemaal niet waar natuurlijk. Je taal mag er zijn en het is geen slecht Nederlands of zo", aldus Buurke. "Je mag die taal doorgeven."
De onderzoeker wijst er ook op dat zo'n taal belangrijk is voor de binding. "Ik heb met een collega gekeken of het helpt bij sociale binding in een gemeente. Dus als je een streektaal spreekt, is het dan makkelijker om je aan te sluiten binnen een gemeenschap? Zitten die mensen ook meer bij verenigingen? En daar blijkt wel een samenhang te zijn."
Maar de Groningers zelf lijken niet echt warm te lopen voor de discussie. Toen RTV Noord ze in maart vroeg of de plaatsnaamborden voortaan in het Gronings moesten worden geschreven was 47 procent het daarmee eens. 53 procent was tégen in de overigens niet-representatieve steekproef.