Kamminga en Corbeau nemen het in finale 100 school op tegen herboren Peaty
Arno Kamminga en Caspar Corbeau hebben zich overtuigend geplaatst voor de olympische finale op de 100 meter schoolslag.
De 28-jarige Kamminga, vice-olympisch kampioen van Tokio, verzekerde zich in de uitverkochte La Défense Arena met een tijd van 59,12 van een plaats bij de laatste acht. Hij tekende voor de derde tijd van de dag.
De vijf jaar jongere Corbeau, van huis uit een specialist op de 200 school, tikte aan in 59,24, waarmee hij als vijfde naar de eindstrijd gaat. In de series eerder op de dag kwam hij uit in 59,04, een persoonlijk record.
Bekijk hier de halve finales en de reacties van Arno Kamminga en Caspar Corbeau:
De Brit Adam Peaty ging met 58,86 als snelste naar de eindstrijd, die zondag op het programma staat. Hij bleef de Chinees Qin Haiyang 0,07 seconden voor.
Dat de 29-jarige Brit zich in de tot zwemarena omgebouwde concertzaal in de westelijke buitenwijk Nanterre voor de finale plaatste, was niet zo logisch als dat op het eerste gezicht leek.
De kwaliteiten van de achtvoudig wereldkampioen uit Uttoxeter staan buiten kijf. Op de 100 school staat zijn naam achter de veertien beste tijden ooit gezwommen. In de eeuwige top-20 staan verder alleen drie tijden van de Chinees Qin Haiyang en één van Kamminga. Met 56,88 heeft Peaty al vijf jaar het wereldrecord in handen.
Na zijn goud op de 100 school van Tokio, de prolongatie van de olympische titel die hij in Rio greep, maakte Peaty kennis met de keerzijde van de roem. Hij kampte met mentale problemen en deelde die perikelen op sociale media. "Ik worstel met een zelfdestructieve negatieve spiraal", schreef de man die in Japan ook goud won op twee estafettenummers.
Overmatig alcoholgebruik, een depressie, de bij hem gestelde diagnose ADHD, een gebroken voet en de echtscheiding van de moeder van zijn zoontje George, in augustus 2022, vormden de voedingsbodem voor zijn geestelijke ongemak. "Je denkt dat een olympische medaille je problemen oplost. Maar dat is allesbehalve waar", zei hij daarover.
Zijn leven, inclusief de sport, stond een jaar na het succes van Tokio op een laag pitje. Medio 2023 trad hij met zijn mentale worsteling in de openbaarheid en trok hij zich terug. "En dat terwijl zelfs mijn eigen kind niet zo belangrijk was als het zwemmen. Iets waarvan ik zielsveel hield, verwerd tot iets dat ik intens haatte."
Rapportcijfer 11
Het was een periode waarin twee vragen centraal stonden. "Tegen welke prijs wil ik nog een keer olympisch goud winnen? En is mijn leven beter als ik nóg een keer olympisch goud win?" Op die laatste vraag gaf hij zelf het antwoord. "Nee."
Peaty was geen schim meer van de zwemmer die van Kamminga ooit gekscherend het rapportcijfer 11 kreeg. Pas in september 2023 hervatte hij de training, nadat hij hulp had gezocht bij een psycholoog. Peaty kreeg een relatie met Holly Ramsay, dochter van televisiekok Gordon, liet de fles weer staan en gaat iedere zondag zelfs naar de kerk.
Anderhalf jaar geleden stond hij op het punt een streep te zetten onder zijn loopbaan. Nu heeft hij als vrome christen naar eigen zeggen de demonen verdreven en is hij klaar om zondag zijn vierde olympische titel te grijpen.
Na 23-voudig olympisch kampioen Michael Phelps kan hij daarmee de tweede zwemmer worden die op drie opeenvolgende Spelen op hetzelfde onderdeel goud heeft gewonnen.
Bijna een wereldrecord
Op de eerste dag van de Spelen werd er ook al gestreden om medailles. Op de 400 meter vrije slag ging het goud bij de mannen naar Lukas Märtens. Lange tijd leek de Duitser een gooi te doen naar het wereldrecord van Paul Biedermann, die tijdens de WK van 2009 in Rome aantikte in 3.40,07. Die tijd kwam tot stand in een periode waarin nog werd gezwommen in de inmiddels verboden pakken van polyurethaan. Gehuld in slechts een zwembroek kwam Märtens uiteindelijk tot 3.41,78.
Zilver was er voor de Australiër Elijah Winnington (3,42,21), het brons ging naar de Zuid-Koreaan Woomin Kim (3.42,50).
Succes Australische vrouwen, geen finale voor Nederland
Bij de vrouwen was de Australische Ariarne Titmus de snelste over acht banen borstcrawl. Met haar tijd van 3.57,49 prolongeerde ze haar titel van Tokio 2020 en bleef ze de Canadese Summer McIntosh (3.58,37) en de Amerikaanse Katie Ledecky (4.00,86) voor.
Op de 4 x 100 meter vrij behaalden de Australische vrouwen de vierde olympische titel op rij. Het kwartet tikte aan in 3.28,92. De Verenigde Staten bleven steken op 3.30,20, China pakte het brons in 3.30,30.
Nederland ontbrak voor het eerst sinds de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-Stad in de finale van het prestigieuze aflossingsnummer. In de series kwam het viertal niet verder dan 3.36,78.
Bij de mannen ging op hetzelfde nummer het goud naar de VS: 3.09,28. Zilver was er voor Australië (3.10,35), het brons ging in 3.10,70 naar Italië.