Tien jaar na MH17-ramp kampt 1 op de 8 nabestaanden nog met zware rouwklachten
Ze waren vader, moeder, kind, broer, zus, vriend, vriendin. Vandaag precies tien jaar geleden werden ze in één klap nabestaanden van MH17-slachtoffers. Gemiddeld verloren ze op die dag bij het neerhalen van het vliegtuig boven Oekraïne meer dan twee dierbaren, plotseling, door toedoen van anderen, op een plek ver weg. Hoe lang duurt deze rouwverwerking en hoever kom je daarin?
Bijzonder hoogleraar rouwverwerking Jos de Keijser van de Rijksuniversiteit Groningen deed tien jaar lang onderzoek naar de rouwverwerking van nabestaanden van de MH17. Hij heeft zelf ook mensen direct bijgestaan.
Uit het onderzoek blijkt dat meer dan 1 op de 8 nabestaanden te maken heeft met complexe rouw. Dat betekent dat zij zich een jaar na het overlijden nog niet tot de nieuwe situatie kunnen verhouden. Deze nabestaanden kampen met chronische klachten zoals slapeloosheid en concentratieproblemen, depressies, posttraumatische stressstoornissen (PTSS) en langdurige ernstige rouwstoornissen.
"Eén op de acht nabestaanden behoort tot de chronische groep waarmee het slecht blijft gaan", zegt onderzoeker De Keijser. "Het heeft ook te maken met hoe je in elkaar steekt. Veerkracht leer je niet op school."
"Sommige mensen kunnen na therapie hun leven weer oppakken, bij anderen gaat dat moeilijker", vertelt De Keijser. "Ik ben onder de indruk van die eerste groep, want daar zitten ook mensen tussen die een heel gezin zijn verloren."
Langer last van complexe rouw
De Keijser wil benadrukken dat de bevindingen niet voor alle nabestaanden gelden. Voor het onderzoek zijn bijna 300 van de circa 1300 nabestaanden ondervraagd.
De bijzonder hoogleraar maakt deel uit van een internationale studiegroep die ervaringen uitwisselt, zoals van nabestaanden en slachtoffers van de aanslagen van Anders Breivik in 2011 in Noorwegen en die van 9/11 in 2001 in New York.
"We proberen van elkaar te leren waardoor we mensen vroeg in een rouwproces kunnen helpen, nog voordat ze vastlopen", zegt De Keijser. "Vooral bij rampen waarbij er sprake is van daders zijn mensen boos. Die boosheid is te begrijpen, maar deze groep zoekt minder vaak hulp en blijft dan langer last houden van complexe rouw."
Nederland heeft in de recente geschiedenis met meerdere rampen te maken gehad. Berthold Gersons was als hoogleraar psychiatrie verbonden aan het Amsterdam UMC toen hij in 1992 werd gevraagd om psychische bijstand te verlenen bij de Bijlmerramp, om de hoek van zijn werkplek.
"Er wordt ineens een hele gemeenschap getroffen en hoe is dan de veerkracht van die gemeenschap?", vroeg Gersons zich af. "Wat doet zo'n ramp met mensen persoonlijk?
Na de Bijlmerramp was Gersons ook betrokken bij de rouwverwerking na de Faro-ramp (1992), de vuurwerkramp in Enschede (2000), de cafébrand in Volendam (2001) en de MH17 (2014).
Blijven herdenken
Naarmate de tijd vordert verandert de rouw, valt hem daarbij op. "Vorige week was er een online bijeenkomst met mensen die betrokken waren bij de vuurwerkramp in Enschede en daar rees de vraag: moeten we na 25 jaar stoppen met herdenken? Volgens mij moet je doorgaan, want het betekent veel voor mensen en het trekt het naar het nu."
Daarom vindt Gersons het ook belangrijk dat er een plek is waar mensen het hele jaar naartoe kunnen, zoals de MH17-herdenkingsplek in Vijfhuizen.
"Op dagen zoals deze voel je nog meer hoe erg het gemis is en de afstand tot de herinnering wordt steeds groter", weet Gersons. "Er is een gat in de familie of in een vriendenkring geslagen en dat wordt niet opgevuld. Het verdriet gaat niet weg, dat verwerk je je leven lang niet. Maar misschien kan je wel functioneren met dat verdriet."