Suriname Museum gaat het hele verhaal van Suriname vertellen
De eerste contouren van het nieuwe Suriname Museum in Amsterdam worden zichtbaar. Het museum, dat eind november wordt geopend, bereidt zich voor om het hele verhaal van Suriname te vertellen. Er is aandacht voor de plantages en de slavernij, maar ook voor de flora en fauna in Suriname en de Surinamers die naar Nederland zijn gekomen.
"Het is belangrijk dat het museum er komt", zegt directeur Jan Gerards bij AT5. "Er is veel onbekend onder jongeren over Suriname. En niet alleen bij Nederlanders, maar ook bij Nederlanders van Surinaamse afkomst is er weinig kennis van de Surinaamse geschiedenis."
Het museum komt in een historisch pand in het oosten van Amsterdam, op de plek waar jarenlang de vereniging Ons Suriname en The Black Archives huisden. Dat het museum in Amsterdam komt is niet toevallig. In 1683 werd de stad mede-eigenaar van de kolonie Suriname. Amsterdamse kooplieden verdienden met de West-Indische Compagnie tot ver in de 19de eeuw veel geld aan de handel in slaafgemaakten. Maar het slavernijverleden en het plantageleven zijn slechts een deel van wat er op de bijna 1300 vierkante meter museumvloer straks te zien en 'te doen' is.
Het museum, waar AT5 alvast een kijkje nam, laat ook de rijkdom aan flora en fauna van Suriname zien, en de verscheidenheid aan bevolkingsgroepen. Onder hen zijn creolen, Javanen, Hindoestanen, Chinezen, marrons (gevluchte slaafgemaakten die in de oerwouden en binnenlanden in stamverband gingen leven) en boeroes: de kolonisten, arbeiders en boeren die halverwege de negentiende eeuw naar Suriname trokken. Er is ruimte voor Surinaamse kunst en de bezoeker kan zich met een virtualrealitybril in Suriname wanen. In het museum wordt ook de vernieuwde bibliotheek van The Black Archives gevestigd.
Boni
Er is een levensecht beeld in de maak van Boni, de achttiende-eeuwse vrijheidsstrijder die vanuit Fort Boekoe een guerrillabeweging leidde en slaafgemaakten bevrijdde.
Maar ook de Surinaamse diaspora vlak voor en na de onafhankelijkheid krijgt aandacht, zegt directeur Gerards: "De derde verdieping vertelt het verhaal van Surinamers in Nederland en de grote migratie vanaf 1975. Er is te zien hoe ze zich hebben geworteld en welke bijdrage ze hebben geleverd aan de Nederlandse samenleving."
Meet Su, meet us
De komende maanden moet het museum definitief vorm krijgen. Uit depots van het Wereldmuseum, het Zeeuws archief, privéverzamelaars en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn objecten en archiefstukken uitgezocht om de collectie compleet te krijgen.
Op 29 november wordt het museum geopend met de tentoonstelling Meet Su, meet us, waarbij Su staat voor Suriname. In die tentoonstelling wordt de bezoeker meegenomen naar de tijd vóór de komst van de eerste Europeanen naar het Amerikaanse continent.
Gerards hoopt op zo'n 50.000 bezoekers per jaar, het liefst van alle leeftijden en van allerlei afkomst. "We leven met elkaar samen dus dan is het goed om meer van elkaar te weten."