Slavernijmuseum begint met pop-up-expo over verzet
Een voorproefje, zeggen ze zelf bij het Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam. Het museum zelf opent waarschijnlijk pas in 2030. Maar vanaf komende vrijdag is de eerste tentoonstelling Verzet tegen slavernij te zien. In het Verzetsmuseum in Amsterdam.
"Het is nu alvast oefenen en laten zien wat het zou kunnen worden", zegt kwartiermaker Peggy Brandon bij AT5. "Dit is de eerste versie."
De eerste plannen voor een Nationaal Slavernijmuseum dateren al van jaren terug en werden in september 2022 concreet. Toen begonnen de kwartiermakers bijeenkomsten te organiseren over hoe het museum er uit zou moeten zien. "Honderden gesprekken voerden we in het hele Koninkrijk en daarbuiten. Van Groningen tot Maastricht en van Overijssel tot Zuid-Holland, op de eilanden Sint-Eustatius, Saba, Sint-Maarten, Curaçao, Aruba, Bonaire en in Suriname", zeggen ze zelf. "Werkelijk ieder gesprek raakte ons."
Op grond van al die gesprekken, werkten de kwartiermakers hun plannen verder uit. Ruim een maand geleden spraken ze hun voorkeur uit voor een locatie: het museum zou gebouwd moeten worden op de kop van het Java-eiland in Amsterdam. Op die plek is er een wijds uitzicht over het water van het IJ. Bovendien ligt het gebied niet ver van Amsterdam Centraal. Naar verwachting neemt Amsterdam later dit jaar een besluit over de bouw van het museum dat in 2029 of 2030 kan openen.
Altijd mensen tegen
Maar zo lang wilden de kwartiermakers niet wachten. Samen met het Verzetsmuseum komen ze nu met de pop-uptentoonstelling over mensen die zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij. "Er zijn altijd mensen tégen geweest", stelt Brandon. De tentoonstelling behandelt zowel het verzet van tot slaaf gemaakte mensen zelf als de anti-slavernijbeweging in Nederland.
"Je ziet vooral wie er in verzet kwam", aldus Brandon. "Wie zei er: 'zo wil ik niet?'"
Uiteraard is er op de tentoonstelling aandacht voor de opstanden van tot slaaf gemaakten en de leiders daarvan, onder wie Tula op Curaçao, Maar de expo belicht ook het 'kleine' initiatief van Anna Bergendahl, die met een damescomité handwerken verkocht om tot slaaf gemaakte mensen vrij te kopen.
Gewone jongen
De expo vertelt ook het verhaal van Frits Moquette. Een 'gewone' Nederlandse jongen van 17 jaar oud die na het lezen van het boek Uncle Tom's Cabin en op grond van alarmerende berichten over de uitwassen van slavernij in actie komt. In 1850 richt hij samen met een aantal vrienden het Jongelings Genootschap ter Afschaffing van Slavernij op. Samen schrijven ze brieven aan de regering en proberen vriend en vijand te overtuigen om een snel einde te maken aan de slavernij. Frits zelf ziet slavernij als een "staatkundige fout, een belediging voor de mens en een zonde voor God".
De brieven van de vader van Frits zijn bij de tentoonstelling te zien. Brandon: "Iemand heeft voor ons onderzoek gedaan en kwam uit bij zijn familie. Die hadden nog archiefstukken liggen, maar wisten zelf de geschiedenis niet. Het is mooi om die geschiedenis terug te kunnen geven."
De tentoonstelling Verzet tegen slavernij is vanaf vrijdag 29 maart open voor het publiek en loopt tot en met half augustus.