Slecht jaar voor bestuivende insecten: weinig bijen, vlinders en hommels
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
"Mijn tuin bloeit wel, maar zoemt en fladdert niet." In Facebookgroepen delen bezorgde natuurliefhebbers hun ervaringen uit de eigen tuin. Zulke waarnemingen over lage aantallen bijen en vlinders komen overeen met landelijke metingen, blijkt uit een rondgang van de NOS langs insectenexperts.
Voor vlinders waren mei en juni in elk geval slecht, zegt Kars Veling van de Vlinderstichting. De aantallen dagvlinders zijn in Nederland in ruim dertig jaar tijd meer dan gehalveerd, waarbij al meerdere soorten zijn uitgestorven. En vorig jaar hadden de vlinders het slechtste jaar ooit gemeten.
Bij vlinders bestaat een goed zicht op de landelijke aantallen dankzij een groot meetnetwerk. Ze worden al jaren op dezelfde manier geteld door vrijwilligers langs exact dezelfde looproutes. Binnen datzelfde landelijke telnetwerk worden ook hommels geteld. Daar lijkt dit jaar nog iets geks mee aan de hand: in juni stortten de hommelaantallen in, tot iets meer dan een derde van de normale aantallen voor de tijd van het jaar.
"In mijn eigen looproutes zie ik al het hele jaar weinig hommels", zegt Menno Reemer van insectenkenniscentrum EIS. "Landelijk waren de aantallen in het voorjaar nog normaal en begon de daling later." Vooral de steenhommel, een algemeen voorkomende zwarte hommel met rood achterlijf, wordt dit jaar nauwelijks waargenomen.
'Aantallen bijen zeer laag'
Wat voor vlinders en hommels geldt, lijkt ook voor kleinere wilde bijensoorten op te gaan, zegt bijenexpert Ivo Raemakers van adviesbureau Ecologica. "Het algemene beeld is dat de bijenaantallen dit jaar zeer laag zijn. Op droog gebleven plekken zijn de meeste soorten nog wel te vinden, maar in veel lagere aantallen dan normaal."
In langdurig overstroomde gebieden lijken meerdere soorten volledig verdwenen. Dat geldt bijvoorbeeld voor natuurgebieden die niet alleen in de winter, maar ook in de lente onder water hebben gestaan. "Die effecten zijn onderzocht voor de grijze zandbij. Die soort kan in de ondergrondse nesten kortdurende overstroming overleven, maar als het langer aanhoudt neemt de sterfte snel toe. Zuurstoftekort, schimmel en te lage temperaturen zijn bij aanhoudende nattigheid desastreus voor alle bodembewonende bijen."
De structurele afname van bestuivende insecten heeft andere oorzaken: stikstofvervuiling, intensivering van het landschapsgebruik en vermoedelijk ook grootschalig gebruik van insecticiden. De recente weersextremen komen daar nog bovenop, zeggen de experts.
Raemakers zegt dat er dit jaar in elk geval een scherpe achteruitgang te zien is in zijn eigen bijenmonitoringsprojecten in laaggelegen natuurgebieden bij Eindhoven en Breda. Hij wacht nog op nauwkeurige tellingen uit een monitoringsgebied in het Limburgse Geuldal, waar voor Nederlandse begrippen veel zeldzame soorten voorkomen. "Wilde bijen hebben in dat gebied te lijden gehad onder de overstroming van 2021, gevolgd door de droogte van 2022", zegt bijenexpert David Kleijn, van Wageningen University & Research.
Ook Raemakers denkt dat de opeenvolging van zeer droge en zeer natte jaren de bijen extra in de knel brengt: "Waarschijnlijk is het negatieve effect van de huidige natte periode versterkt doordat veel grondnestelende bijen in de eerdere extreem droge jaren juist naar lager gelegen gebieden moesten verkassen omdat hun normale leefgebied volledig verdroogd was."
Regen wél goed voor rupsen
Is er ook nog iets opbeurends te melden? Zweefvliegen lijken het wel redelijk te doen, zegt Reemer. En ook Veling ziet nog wel een lichtpuntje: helemaal aan het begin van het voorjaar deden vroege algemene soorten als het koolwitje en de dagpauwoog het wel goed. Die hebben toen eitjes afgezet, en die rupsen hadden vervolgens door alle regen meer dan genoeg te eten. Die soorten zouden deze zomer, in hun tweede generatie, juist kunnen opleven.
En die regen is mogelijk ook goed voor het herstel van bloeiende planten. Bestuivende insecten gaan onder meer achteruit door een afname van (geschikt) stuifmeel en nectar in het landschap. Wilde bloemen terugkrijgen is dus belangrijk om insectensterfte tegen te gaan.
Maar inmiddels bestaat in Nederland ook het omgekeerde probleem: er zijn zo weinig bestuivende insecten over, dat wilde bloemen niet meer bestoven worden. De bloemen kunnen hierdoor minder goed zaad vormen en dreigen op hun beurt verder te verdwijnen uit het landschap, vertelde onderzoeker Kaixuan Pan van de Universiteit Leiden en Naturalis in april aan de NOS. En met de toename van weersextremen door klimaatverandering, lijkt dat een vicieuze cirkel die steeds moeilijker te doorbreken is.
- 17.000 kilometer bloemrijke dijken: een reusachtige kans voor biodiversiteit
- 2023 slechtste vlinderjaar in decennia, 'voor veel soorten bleef het armoe'
- Bloeiende planten verdwijnen uit Nederlandse natuur door tekort aan insecten
- Nederland kampioen biodiversiteitsverlies, 'de natuur staat er dramatisch voor'