Vergeten olympische sport: pelota hoopt squash achterna te gaan in 2028
Bij de Olympische Spelen in Parijs zijn 32 sporten te zien. Er komen regelmatig nieuwe sporten bij, maar er is ook een aantal sporten uit het collectieve geheugen verdwenen. Daarom is er wekelijks aandacht voor een vergeten olympische sport. Vandaag: pelota.
Op zondagochtend is het Friese dorpje Berltsum nog een oase van rust. Maar bij sportcomplex De Koekoek heerst bedrijvigheid. Een groepje mannen heeft zich verzameld op een plein dat betegeld is met klinkertjes in het patroon van een speelveld. Een van hen slaat met zijn hand een klein balletje naar de rest van de groep, zeventig meter verderop.
De man in kwestie heeft in Friesland de staat van onsterfelijkheid bereikt. Tjisse Steenstra is koning van de PC, én kampioen van de wereld.
Zijn wereldtitel behaalde Steenstra vorig jaar in muurkaatsen, een vorm van pelota die gelijkenissen vertoont met squash, maar gespeeld wordt zonder racket. Muurkaatsers slaan de bal met de blote hand tegen een frontmuur. Net iets anders dan op de Olympische Spelen van 1900, waar 'pelota vasca' voor het eerst op het programma stond. Toen speelden de deelnemers met een 'cesta', een gebogen mand bevestigd aan een handschoen.
De olympische competitie had weinig om het lijf: alleen Spanje en Frankrijk vaardigden een amateurteam af. Die twee landen mochten onderling strijden om het goud. Maar een uitslag van het duel is niet bewaard gebleven. Het gerucht gaat dat Frankrijk zich al vóór de wedstrijd terugtrok, uit onvrede over de regels.
Deze zondagochtend in Berltsum is de voertaal op het pleintje Fries. Steenstra waagt zich met de groep mannen aan weer een andere pelotavorm: llargues, waarbij de bal over grote afstand naar het veld van de tegenstander wordt gespeeld. Of zoals Siegersma, oud-bestuurslid van de kaatsbond, het in 'vakjargon' omschrijft: "De opslager slaat de bal naar de perk. En de mensen in de perk moeten de bal weer terugslaan."
Muurkaatsen en llargues zijn pelotavarianten die internationaal beoefend worden. En dat maakt het voor kaatser pur sang Steenstra aantrekkelijk om ook aan deze sporten te doen. Zo af en toe. "Llargues is een bijnummer. We trainen er niet heel veel voor. Behalve als er een EK of WK aankomt."
Hele winter trainen
Bovendien komt de trainingsarbeid bij met name het muurkaatsen Steenstra van pas tijdens het kaatsseizoen. "Dat doen we binnen, dus dat train ik de hele winter door, om mijn conditie op peil te houden. Maar ook voor de reactiesnelheid en om mijn linkerhand te trainen. Zodat ik bij het kaatsen in de zomer nét die ene bal met mijn verkeerde hand kan pakken."
Want uiteindelijk is het toch vooral het kaatsen dat in Friesland tot cultureel erfgoed is verworden. De PC in Franeker geldt als de jaarlijkse hoogmis van het kaatsen. Steenstra is inmiddels twee jaar op een rij gekroond tot koning.
De impact van die prestatie merkt hij dagelijks. "Je loopt over straat en mensen herkennen je. En in onze bakkerszaak in de stad komen veel mensen een broodje halen. Dan willen ze weten hoe het gaat, hoe het weekend was. Dat is wel leuk."
Toch koestert Steenstra ook zijn wereldtitel in het muurkaatsen. "Wereldkampioen, dat kan ook niet iedereen zeggen."
Olympische rentree
Kaatsen mag dan onlosmakelijk met Friesland verbonden zijn, de Friese hoop is dat pelota ooit een olympische rentree mag maken. Met name voor het muurkaatsen zouden er kansen liggen. "Daar gaan we voor, ook met de internationale bestuurders", zegt Siegersma. "Misschien kan het in Amerika. Dat is toch het walhalla van het muurkaatsen."
Complicatie daarbij is dat het IOC onlangs besloten heeft om squash in 2028 in Los Angeles op de olympische kalender te zetten. Een vergelijkbare tak van sport, maar bondscoach Hille Saakstra ziet squash niet als concurrent. "Je kan ook zeggen: laten we een voorbeeld nemen aan squash en kijken of we vier jaar later op de agenda kunnen staan."
Als je de bal verkeerd raakt, heb je soms blauwe plekken. Ik heb behoorlijk wat eelt op mijn handen.
Regerend wereldkampioen muurkaatsen Steenstra vermoedt dat het nog een tijdje zal duren voordat de olympische droom waarheid wordt. "Ik denk dat ik dan al zo oud ben, dat ik bij de 50-plus mee kan doen", zegt hij lachend. "Misschien dat mijn kinderen, als ik die mag krijgen, er eens aan mee kunnen doen. Daar gaan we voor."
Op het pleintje vervolgen de mannen hun spel llargues. Steenstra toont het balletje, klein maar hard, dat hij met de blote hand wegslaat. "Als je hem goed raakt, heb je geen pijn. Maar als je hem verkeerd raakt, heb je soms wel blauwe plekken. Ik heb behoorlijk wat eelt op mijn handen."
Pokerkaarten als bescherming
De tegenstander, die 70 meter verderop in het 'perk' staat, bedient zich wel van een geïmproviseerde handschoen. "Dat is wat leukoplast-tape met daaronder een pakje spelkaarten", legt bondscoach Saakstra uit. "Het zijn gewoon pokerkaarten, die een beetje worden verknipt en in de handpalm worden gelegd. Wat tape eroverheen, en dat is de bescherming."
Zo blijft het anno 2024 pionieren bij het aloude pelota. "Zo zou je het kunnen zeggen", lacht Saakstra. "Je kan ook zeggen: het is nooit geëvolueerd."