Vergeten olympische sport: schieten op levende duiven deed imago van Spelen geen goed
Bij de Olympische Spelen in Parijs zijn 32 sporten te zien. Er komen regelmatig nieuwe sporten bij, maar er is ook een aantal sporten uit het collectieve geheugen verdwenen. Daarom elke week aandacht voor een vergeten olympische sport. Deze week: het duiven schieten.
Het kost wat moeite om het slot open te krijgen van het kleine huisje met het venster op de schietbaan in Boekel. Maar als de deur eenmaal openzwaait, wijst Eric Swinkels naar de stellage die er staat. Een machine met een werp-arm, en daarop gestapeld tientallen oranje schoteltjes. "Dat zijn de kleiduiven. Allemaal 11 centimeter doorsnee en 110 gram. Waar ter wereld je ook schiet, ze zijn allemaal hetzelfde."
Swinkels won in 1976 olympisch zilver in de discipline die niet is weg te denken van de olympische kalender. "Schieten is een van de basissporten. Daar is het allemaal mee begonnen. En ik ben ervan overtuigd dat het altijd blijft."
Toch is er een wezenlijk verschil met de manier waarop de sport in 1900 werd beoefend. Destijds, ook in Parijs, werd er geschoten op levende duiven. Meer dan 300 vogels werden neergehaald; winnaar Léon de Lunden uit België schoot 21 keer raak.
Laserstralen? Dan is de kick helemaal weg. Dat heeft niets met kleiduivenschieten te maken.
De aanblik van verminkte dieren, bloed en veren in de straten van Parijs deed het imago van de Spelen bepaald geen goed. Reden voor het IOC om snel op zoek te gaan naar alternatieven.
'Stop de kleiduivenmoord'
Uiteindelijk deed het stenen schoteltje zijn intrede en herinnerde alleen de naam 'kleiduif' nog aan een bloederig verleden. Al had lang niet iedereen dat door. "Ik heb in 1972 nog meegemaakt dat er hele hordes mensen waren die dachten dat we op levende duiven schoten. Er was zelfs een vereniging opgericht. Die heette volgens mij Stop De Kleiduivenmoord."
In het huisje legt Swinkels de werking van de machine uit. "Als ze verderop op de knop drukken, gooit die werp-arm de kleiduif weg. De arm heeft een bepaalde lengte. Door die lengte krijgt de kleiduif een draaiing. Het is net als bij een frisbee. Hoe harder hij draait, hoe verder hij vliegt."
Een paar tellen nadat het schoteltje door het venster naar buiten is geslingerd, klinkt in de verte een luide knal. De hoge muur van aarde en zand, rechts van het huisje, ligt bezaaid met de oranje flarden van de schotels. Als een erewand van voltreffers.
Sinds de introductie van de kleiduif heeft de sport zich op velerlei terreinen doorontwikkeld, weet Swinkels. "Vroeger schoten ze met 32 grams patronen, nu doen ze dat met 24 grams munitie. En de kleiduif vloog destijds 55 meter, nu komt-ie wel tot 72 meter en gaat hij veel harder. Een enorme innovatie. De moeilijkheidsgraad is steeds veranderd."
Olympische medaille vat vlam
In het clubhuis bij de schietbaan gebaart Swinkels naar de Wall of Fame, waarop de hoogtepunten van zijn lange carrière terug te vinden zijn. Diploma's, bekers, krantenartikelen. En dat is nog maar een fractie. Een groot deel van de collectie is bij een brand in het clubhuis in 2010 verloren gegaan.
De olympische medaille van Swinkels bleef wel behouden, zwartgeblakerd en kromgetrokken. "Nauwelijks herkenbaar, maar hij is het wel. En dat ík het weet, is het belangrijkste, hè."
Zijn olympische loopbaan mag Swinkels dan hebben beëindigd, zijn passie voor het kleiduivenschieten blijft - ook op 74-jarige leeftijd - onverminderd groot. "Het is een spelletje dat gaat van vader op zoon. Mijn vader deed het, toen ben ik het gaan doen. Ik deed niets liever dan dit spelletje."
De levende duiven van de Spelen in Parijs zijn van ver vervlogen tijden. De kleiduivensport probeert zich steeds weer door te ontwikkelen. Om de jeugd te blijven triggeren, is het niet ondenkbaar dat de traditionele munitie in de toekomst wordt vervangen door laserstralen.
Maar dat gaat Swinkels een stap te ver. "Dan is de kick helemaal weg. De kick van het geluid. De kick van de terugslag op je schouder. En de kick van de kleiduif, die uit elkaar spat. Dan wordt het een lasergame-spelletje. Dat heeft niets met kleiduivenschieten te maken."