Stikstofbeleid draagt nauwelijks bij aan doelen, blijkt uit onderzoek
Het stikstofbeleid dat kabinetten hebben ingezet sinds 2021 helpt de natuur, maar het draagt nauwelijks bij aan het halen van de stikstofdoelen. Er zal dus aanzienlijk meer moeten gebeuren om de stikstofbelasting in natuurgebieden substantieel te verminderen. Dat blijkt uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving, de Wageningen Universiteit en het RIVM.
De onderzoekers hebben enkel gekeken naar beleid dat al concreet is uitgewerkt. Plannen die nog in de pijplijn zitten, zoals de voorstellen van de provincies voor het landelijk gebied, zijn dus niet meegenomen in het onderzoek.
Beleid draagt nog maar voor een kwart bij
Gemiddeld daalt de overschrijding van de stikstofneerslag die de natuur aan kan in gevoelige gebieden met een derde tussen 2021 en 2030, verwachten de onderzoekers. Dat is vooral toe te schrijven aan ontwikkelingen in het buitenland, die goed zijn voor 45 procent van de daling, bijvoorbeeld doordat de luchtkwaliteit in buurlanden verbetert. Ander al ingezet beleid draagt ook bij, zoals strengere mestregels en schonere auto's.
De extra stikstofmaatregelen, zoals het uitkopen van piekbelasters en de genomen natuurmaatregelen, dragen slechts voor een kwart bij aan deze reductie. Al eerder bleek ook uit een verhaal van de NOS dat het uitkopen van veehouderijen slechts een bescheiden bijdrage levert aan het terugdringen van stikstofuitstoot.
Het ministerie van Landbouw en Natuur zegt dat het nieuwe onderzoek het bestaande beeld bevestigt en dat het inmiddels demissionaire kabinet daarom al bezig is het huidige beleid te intensiveren, maar dat eventuele nieuwe maatregelen aan een volgend kabinet zijn.
Veel maatregelen nog niet uitgewerkt
Dat er nog weinig extra stikstofreductie wordt bereikt, komt onder andere doordat er wel veel over stikstof is gesproken, maar veel maatregelen nog helemaal niet goed uitgewerkt zijn. Zo zijn er nog weinig subsidies of regelingen waar boeren gebruik van kunnen maken. Bovendien zijn er te weinig gegevens over de staat van de natuur bekend, waardoor ook het effect van genomen natuurmaatregelen niet goed bij te houden is.
Wat de doelen bovendien ook moeilijker haalbaar maakt, is dat de stikstofneerslag die de natuur aankan lager bleek te zijn dan eerder gedacht. Zo kan het zijn dat er flink stikstof gereduceerd wordt, maar er toch nog teveel wordt uitgestoten om het doel te halen.
1 procent van de gebieden onder norm
Het percentage stikstofgevoelige natuur dat helemaal niet meer overbelast is, stijgt van 28 procent naar 31 procent in 2030, berekenen de onderzoekers. Maar slechts een deel daarvan kan dus echt aan het stikstofbeleid worden toegeschreven. Al met al is maar in 1 procent van de gebieden het stikstofprobleem opgelost door het ingezette beleid. Het doel van 50 procent schone gebieden komt zonder aanvullende maatregelen dus in de verste verte niet in zicht.
De onderzoekers waarschuwen daarom dat het beleid er niet voor zal zorgen dat er opeens weer veel meer vergunningen verleend kunnen worden. Ze dringen er verder op aan dat er in ieder geval veel beter gekeken moet worden hoe het gaat met de natuur in Natura 2000-gebieden, zodat er data beschikbaar komen over maatregelen die genomen zijn. De provincies, bijgestaan door de recent ingestelde Ecologische Autoriteit, zijn hier onlangs mee begonnen.