Hoger beroep rond zaak Esmee (14) gaat niet langer door
Het hoger beroep in de zaak van de in 2021 gedode Esmee (14) gaat niet meer door. De veroordeelde, Olivier van de G., ging eerder in beroep maar trok dat ook weer in uit vrees voor een hogere straf. Dat bleek vandaag tijdens een zitting.
Het lichaam van de 14-jarige Esmee werd op oudejaarsdag in 2021 gevonden in een parkje in Leiden. Kort daarna bleek dat de toen 32-jarige man, turnleraar van het meisje, haar om het leven had gebracht in zijn flat. Hij kreeg uiteindelijk een straf van 12 jaar cel en tbs met dwangverpleging opgelegd.
Kort na de uitspraak ging hij in hoger beroep. Van de G. wilde een kortere gevangenisstraf zodat hij sneller aan zijn behandeling kon beginnen. Het hoger beroep werd opgestart, maar vanmiddag werd duidelijk dat de man het beroep in december vorig jaar al wilde intrekken. Omdat de zaak al liep, kon het niet zomaar worden stopgezet. Het hof boog zich vandaag over de vraag of de zaak door moest gaan.
Het hof oordeelde uiteindelijk dat de zaak niet voortgezet wordt, omdat Van de G. de enige was die in beroep was gegaan. Het Openbaar Ministerie deed dat niet.
Verklaring gelezen
De nabestaanden van het slachtoffer wilden wel graag een inhoudelijke behandeling. De vader van Esmee wilde op zijn minst een slachtofferverklaring voorlezen. Dat mocht vandaag niet meer. "Ze hadden zich zo voorbereid op deze zitting en die wordt ze nu afgepakt", aldus het Openbaar Ministerie.
Volgens Omroep West heeft Van de G. de verklaring van Esmee's vader wel via zijn advocaat gekregen en gelezen. "Daar is de vader toch heel blij mee", aldus advocaat Robert van der Laan.