De Boo laat Thialf kolken en wil 'het nu ook laten zien' in Salt Lake City
Zoals zoveel kampioenen voor hem hebben gedaan, mocht Jenning de Boo zondagmiddag knuffels oprapen van het ijs in Thialf. Bij zijn eerste internationale kampioenschappen, in zijn eerste seizoen bij de senioren op de langebaan, schoot de 19-jarige schaatssensatie meteen raak: Europees kampioen op de 500 meter.
Na even nadenken herkende hij een muis in de grootste knuffel die de ereronde hem had opgeleverd. Trots nam hij de verzameling mee het ijs af.
De eerste twee dagen van de EK afstanden leverden De Boo al zilver en brons op. "Gewoon lekker rijden", gaf hij zichzelf 's zondagochtend mee, een paar uur voor de 500 meter. "Dan komt er hopelijk weer een supersnelle tijd uit. Zo ben ik er vorig weekeinde (bij de NK, red.) ook ingevlogen."
Op die NK reed De Boo sensationeel naar twee nationale titels in twee persoonlijke records, op zowel de 500 als de 1.000 meter. Zo snel als toen ging het dit weekeinde niet. Met 34,48 bleef de Reggeborgh-rijder vier honderdsten boven zijn eigen toptijd.
"De rit van de NK voelde beter. Dus het kan nog harder, denk ik. Bij de teamsprint merkte ik het ook al: ik ben net niet helemaal lekker van de lijn af. Maar voor nu ben ik echt heel tevreden."
De Boo: "Nederlands kampioen worden voelde al supergoed en dit was weer een tandje erbij. Er komt zo'n kabaal van het publiek. Dat geeft een goed gevoel."
Elf keer het Wilhelmus
Met elf van de veertien titels werden de EK afstanden zoals verwacht vooral een Nederlands feestje. Zonder de schaatsers uit Azië en Noord-Amerika, en de door de Oekraïne-oorlog geweerde Russen, klonk het Wilhelmus haast na elke afstand.
Bij de vrouwen gingen zelfs alle zeven titels naar een Nederlandse rijder of ploeg.
"Je mist een hoop concurrenten. Vaak kon je tijdens de eerste ritten (als de minder goden in actie komen, red.) nog wel even koffie halen en waren er twee, drie ritten die er echt om gingen", zegt analist Ireen Wüst in de NOS Schaatspodcast.
"Maar eigenlijk heeft het mijn verwachtingen overtroffen. Gelukkig was Thialf drie dagen uitverkocht. Mede daardoor was het een heel mooi EK, maar vooral de ritten zorgden ervoor dat je af en toe echt op het puntje van je stoel zat."
Zoals bij de ontknoping van de vijf kilometer, toen Patrick Roest zich terugknokte in de race tegen de Italiaan Davide Ghiotto en met de derde tijd ooit in Thialf (6.05,93) het goud veroverde.
"Ik dacht eerst: Roest laat 'm lopen, dat wordt hem niet", zegt Wüst. "Maar toen kwam hij toch terug! Heel Thialf ontplofte, heel vet."
Het schaatsseizoen gaat over drie weken verder in Salt Lake City op het snelste ijs ter wereld. Roest acht een verbetering van het wereldrecord, de 6.01,56 van Nils van der Poel, "niet onmogelijk", maar richt zich eerder op het zestien jaar oude Nederlands record van Sven Kramer (6.03,32).
Zo minutieus heeft De Boo nog niet vooruitgekeken. De ervaring van het ijs in Salt Lake wordt nieuw voor hem. Hoe snel het kan gaan in de ijle lucht, weet hij niet.
"Ik wil er gewoon weer kneiterhard rijden. De laatste wereldbekers reed ik al wel goed, maar nog niet supergoed. Dat wil ik laten zien."