Waterpoloërs willen na 24 jaar weer naar Spelen: 'Oudere jongens voelen de druk'

Sydney, 2000. Dat was de laatste keer dat de Nederlandse waterpoloërs op de Olympische Spelen uitkwamen. Na vijf mislukte pogingen lijkt kwalificatie ook dit jaar een bijna onmogelijke opgave, maar op het EK in Kroatië wil de ploeg van bondscoach Harry van der Meer proberen in de race te blijven voor Parijs.

Daarvoor is een plek bij de beste acht noodzakelijk. Maar ook dat is Nederland al jaren niet meer gelukt. Dertig jaar, om precies te zijn. "Als je het zo bekijkt, dan is de druk er zeker bij ons", vertelt Van der Meer.

Het Nederlands waterpoloteam was in 2016 dicht bij plaatsing voor de Spelen. Het ging mis op strafworpen. In 2020 strandde Nederland in de kwartfinales van het olympisch kwalificatietoernooi. Een aantal spelers in de nu sterk verjongde Nederlandse ploeg wil die teleurstelling wegspelen, vertelt aanvoerder Jorn Muller.

"Als je naar de Spelen wilt, is nu goed presteren op het EK belangrijk. De oudere jongens in de ploeg voelen wel de druk omdat ze denken: we willen het nu weleens halen. In 2016 waren we er dichtbij en in 2020 kwamen we net een paar plekken tekort."

Makkelijk wordt het alleen niet. Er zijn veel sterke landen in Europa. "Sinds het uiteenvallen van Joegoslavië, zijn er veel meer landen in staat om de top acht te halen", vertelt Muller.

Vrouwen al geplaatst

Waar de mannen zich dus opmaken voor een spannend EK, kunnen de waterpolovrouwen een stuk relaxter beginnen aan hun kampioenschap, dat vanaf 5 januari in Eindhoven gehouden wordt. Zij werden afgelopen zomer voor het eerst in 32 jaar wereldkampioen en zijn daardoor al geplaatst voor de Spelen.

"Het is voor ons fijn om te weten dat we het einddoel deze zomer al hebben gehaald, het is fijn dat die extra druk er niet is. Voor de mannen is het inderdaad een stuk lastiger", begrijpt aanvoerster Sabrina van der Sloot.

De Nederlandse vrouwen spelen in Eindhoven tegen Kroatië, Hongarije en Griekenland.