Ernest Louwes (R) bij de presentatie van zijn boek over de Deventer moordzaak in 2009
NOS NieuwsAangepast

Hoge Raad zet een punt achter Deventer Moordzaak

De Deventer moordzaak, die draait om de moord op de weduwe Jacqueline Wittenberg (60) in 1999, hoeft niet opnieuw bekeken te worden door een gerechtshof. De Hoge Raad heeft een herzieningsverzoek afgewezen.

De raad volgt hiermee het advies van de advocaat-generaal. Die oordeelde afgelopen zomer dat de zaak niet over hoeft. De financieel adviseur van Wittenberg, Ernest Louwes, werd in de zaak veroordeeld tot een celstraf van twaalf jaar. Door het oordeel van de Hoge Raad blijft de veroordeling nu in stand.

Zijn advocaat Geert-Jan Knoops had om herziening gevraagd bij de Hoge Raad. Knoops vond dat onderzoek van het coldcaseteam van de politie Amsterdam tot nieuwe feiten en inzichten had geleid, die alsnog de onschuld van Louwes zouden kunnen bewijzen.

Louwes werd in eerste instantie vrijgesproken en in hoger beroep veroordeeld. Weer later moest de zaak over, toen een gevonden mes niet het wapen bleek te zijn waarmee Wittenberg om het leven is gebracht.

Bij de nieuwe behandeling van de zaak was DNA-materiaal van Louwes dat op de blouse van het slachtoffer was gevonden voldoende om hem alsnog tot twaalf jaar cel te veroordelen. De straf heeft hij uitgezeten, Louwes heeft altijd ontkend dat hij de dader is.

Film en podcast

Op verzoek van Knoops deed advocaat-generaal Diederik Aben onderzoek naar een aantal aspecten in de zaak. Hij begon daar in 2014 mee en sloot het onderzoek af in de zomer van 2022. De advocaat-generaal kwam tot de conclusie dat er geen redenen zijn om zelf een herzieningsaanvraag in te dienen. Advocaten kunnen zo'n aanvraag echter ook doen, en Knoops had dat dus gedaan.

In dat onderzoek werd gekeken naar de DNA-sporen op de blouse van het slachtoffer, het telefoonverkeer tussen Louwes en Wittenberg op de avond van de moord en het forensisch-technische onderzoek na de moord. In geen van die gevallen ziet de Hoge Raad reden voor herziening van de zaak.

De Hoge Raad verwijst naar een rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut uit 2015 waaruit blijkt dat "de resultaten van het biologisch sporenonderzoek en het DNA-onderzoek zeer veel waarschijnlijker zijn als de aanvrager geweld op het slachtoffer heeft uitgeoefend dan wanneer hij alleen maar zakelijk contact met haar heeft gehad".

Louwes betoogde verder altijd dat hij op de avond van de moord met de weduwe heeft gebeld terwijl hij op de A28 reed, bij 't Harde. Maar de kans dat hij in de buurt van Deventer was, is meer dan 90 procent, zo blijkt uit een rapportage van TNO/TU Delft uit 2019. En de kans dat hij op de A28 reed, is niet meer dan 5 procent. Ook een review van het forensische onderzoek uit 1999 leidt niet tot "ernstige twijfel" over de juistheid van de veroordeling van Louwes, aldus de Hoge Raad.

Film en podcast

De Deventer moordzaak is een van de meest spraakmakende zaken in de geschiedenis van het Nederlandse strafrecht. Rondom de zaak ontstond een hooglopende publieke discussie over de vraag of er sprake was van een rechterlijke dwaling.

Zo was opiniepeiler Maurice de Hond overtuigd van de onschuld van Louwes. Hij beweerde meerdere keren dat de klusjesman van de weduwe de moord had gepleegd. De beschuldiging leidde tot een veroordeling wegens smaad. Misdaadjournalist Peter R. de Vries betoogde juist dat Louwes wel de dader was. Eind 2020 kwam er een film uit over de zaak: De Veroordeling. Ook werd er een podcast over gemaakt: De Deventer Mediazaak.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl