Takagi opnieuw ongenaakbaar op 1.500 meter, Rijpma-de Jong en Groenewoud op podium

Miho Takagi is dit seizoen tot nu toe ongenaakbaar op de 1.500 meter. De 29-jarige Japanse boekte in Stavanger, na winst in Obihiro en Peking, haar derde wereldbekerzege op rij. Antoinette Rijpma-de Jong pakte het zilver. Het brons was voor Marijke Groenewoud.

Het gat tussen Takagi, die voor de negentiende keer in haar carrière wereldbekergoud op de 1.500 meter veroverde, en nummer twee Rijpma-de Jong was meer dan een seconde.

De Japanse had in haar rit tegen de Amerikaanse Kimi Goetz een ijzersterke laatste ronde in huis en klokte 1.55,87. Daarmee stak ze met kop en schouders boven de rest uit.

Rijpma-de Jong, wereldkampioen op de 1.500 meter, was in haar rit gekoppeld aan de voormalig wereldkampioen Ragne Wiklund. De Nederlandse had een snellere opening in huis en liet Wiklund vervolgens niet meer in de buurt komen.

Met een tijd van 1.56,95 bleef Rijpma-de Jong landgenote Marijke Groenewoud, die al eerder 1.56,99 had gereden, nipt voor. De tijd van Groenewoud was goed voor brons, hetzelfde resultaat als bij de vorige wereldbeker in Stavanger.

Wiklund stelde wat teleur op haar thuisbaan. De Noorse eindigde met 1.59,12 op de tiende plaats. Rijpma-de Jong had gehoopt op een mooi duel. "Maar ik heb haar helemaal niet gezien. Dat was wel jammer."

Rijpma-de Jong pakte vrijdag op de 1.000 meter brons en gaat dus met twee individuele medailles naar huis. "Dat had ik eigenlijk niet verwacht van tevoren", vertelde ze na het zilver op de 1.500 meter.

"Volgens mij ik nog nooit een medaille gewonnen in Stavanger. Ik vind het altijd best een lastige ijsbaan, heb nooit echt lekker gereden hier."

Melissa Wijfje, voormalig Nederlands kampioen op de 1.500 meter, en Esther Kiel vielen buiten de top-tien. Wijfje noteerde de twaalfde tijd: 1.59,76. Kiel lukte het niet onder de twee minuten te duiken. Zij werd met 2.00,38 dertiende.