Opgespoord wrak blijkt kort na oorlog ontplofte viskotter uit Den Helder
Duikers hebben in de Noordzee het wrak weten te lokaliseren van een viskotter uit Den Helder die niet lang na de Tweede Wereldoorlog is ontploft. De explosie werd veroorzaakt door een zeemijn die de bemanning bij het binnenhalen van de netten aan boord haalde.
Bij de klap op 7 juli 1945 kwamen drie bemanningsleden om het leven, Twee andere bemanningsleden, onder wie schipper Jacob Nan Slot, raakten zwaargewond. "Het is toch een wonder dat hij het heeft overleefd", zegt zijn zoon bijna tachtig jaar later bij NH Nieuws.
Het wrak werd gelokaliseerd door Cees Meeldijk van de Stichting Onderzoek Maritiem Vermisten. De 32-jarige Meeldijk is zoon van een visser, vaart zelf ook regelmatig uit, maar is ook historicus. Om nabestaanden van verongelukte vissersschepen duidelijkheid te geven over het lot van hun familie, duikt hij naar wrakken.
Afgelopen zomer probeerden duikers van Meeldijks stichting de WR6 te vinden, een kotter uit Wieringen die ruim 56 jaar geleden vermist raakte. Dat lukte niet, maar de duikers stuitten wel op een ander wrak waarvan een groot deel van het middendek ontbrak.
De duikers namen een aantal voorwerpen uit het wrak mee voor onderzoek, waaronder de meter die de druk in de motor meet. Het bleek uiteindelijk die manometer, die dankzij het nog zichtbare merk Deutz én het serienummer de doorslag gaf: het ging om het wrak van de Helderse kotter HD108.
Door het dak gegooid
Van de week bezocht de historicus de zoon van de schipper in zijn huis in Julianadorp. Jaap Slot reageerde verrast. Zijn vader heeft wel eens wat verteld over het ongeluk, maar details heeft hij nooit gehoord, Hij weet slechts dat zijn vader na de ontploffing vijf weken in het ziekenhuis lag met een schedelbasisfractuur. "Hij heeft er op zijn hoofd ook een litteken aan overgehouden", aldus Jaap Slot.
"Ik werd ten gevolge van de explosie door het dak heen gegooid en raakte vast op het achterschip met beide benen. Met moeite slaagde ik er in mij los te werken, terwijl het schip zinkende was", aldus een schriftelijke verklaring van schipper Jacob Nan Slot, niet lang na het ongeluk. De schipper overleefde de klap omdat hij in de stuurhut stond, blijkt uit de reconstructie van Meeldijk.
Geen redden aan
Jaap Slot herinnert zich ook nog dat zijn vader direct na het ongeluk probeerde het leven van een ander bemanningslid te redden. Het ging om motordrijver (monteur) Jan Lips, die zwaargewond boven water kwam. "Mijn vader heeft nog wel eens verteld dat hij een man in zijn armen had, maar later pas merkte dat zijn benen eraf waren." Er bleek geen redden aan, Lips overleed even later.
Cees Meeldijk is ook langs geweest bij Kees Lips, de zoon van de overleden motordrijver. Kees was twee jaar oud, toen zijn vader overleed, maar heeft nog sterke herinneringen. "Ik weet nog precies: hij lag in de achterkamer in de kist. Ik weet nog goed dat ik bij hem ben gaan staan en dacht: 'hij slaapt'."
De overige bemanningsleden zijn, ook na een zoektocht, nooit meer teruggevonden. Zij stonden aan de stuurboordkant, waar de ontploffing is geweest.
Niet gestopt met vissen
Het ongeluk had op Kees Lips en zijn moeder een grote impact. "Mijn moeder is nooit meer getrouwd geweest en heeft geen andere man meer gehad", zegt hij. En ook al had hij graag gewild, de visserszoon mocht van zijn moeder nooit een schip op. Uiteindelijk werkte hij tot zijn pensioen op kantoor bij een groot visserijbedrijf.
Opvallend genoeg voer schipper Jacob Nan Sloot na zijn genezing wél weer uit om vis te vangen. Zijn zoon deed iets heel anders en had tot zijn pensionering een autogarage in Den Helder.
Voor Stichting Onderzoek Maritiem Vermisten is het wrak van de HD108 het eerste 'dossier' dat is opgelost. De stichting hoopt de komende jaren meer nabestaanden te kunnen helpen met nieuws over vermisten. Maar van de WR6 ontbreekt tot nu toe elk spoor.