Grote gemeenten korten minder vaak inwoners op bijstand
Gidi Pols
redacteur Economie
Niels Kievits
redacteur Economie
Gidi Pols
redacteur Economie
Niels Kievits
redacteur Economie
In 2019 legden de tien grootste gemeenten bijna 6000 keer een korting op de bijstand op. Drie jaar later was dat aantal in die gemeenten gehalveerd. In dezelfde periode nam het aantal mensen met een bijstandsuitkering in die gemeenten nauwelijks af.
"Dat is goed nieuws", zegt de Groningse hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk. "Deze sancties worden te makkelijk opgelegd. Het moet geen automatisch maatregelencircus worden."
Een gemeente kan om verschillende redenen een bijstandsuitkering korten. Dat kan al als mensen niet komen opdagen bij afspraken met de gemeente of niet bereikbaar zijn. Na zo'n korting moeten bijstandsontvangers soms maanden rondkomen van een verlaagde uitkering, met alle gevolgen van dien.
Het idee is dat door de maatregelen meer mensen in de bijstand actief blijven zoeken naar een baan. Het gaat hierbij dus niet om fraude, bijvoorbeeld als iemand zwart werkt, maar om tamelijk kleine vergrijpen.
Koploper Rotterdam
Toen de NOS twee jaar geleden de strafmaatregelen onderzocht, bleek dat er grote onderlinge verschillen tussen de gemeenten waren. Rotterdam legde bijvoorbeeld bijna drie keer zoveel maatregelen op als Amsterdam, terwijl de hoofdstad meer inwoners met een bijstandsuitkering had.
Ook nu zijn de verschillen tussen gemeenten groot. Nog altijd is Rotterdam ruim de koploper met ongeveer dubbel zoveel gekorte uitkeringen als in Amsterdam.
Ook de afnames zijn niet overal gelijk. In Breda was de verandering het grootst (afname van 89 procent), in Utrecht het kleinst (afname van 24 procent).
De afname is een samenloop van omstandigheden, zegt een woordvoerder van de gemeente Breda. De coronamaatregelen speelden een rol. Door de lockdowns konden de inwoners niet meedoen met allerlei trajecten. "Hierdoor kon er niet of onvoldoende bepaald worden welke stappen ondernomen werden richting de arbeidsmarkt."
Het beperkte zicht vertaalde zich in minder gevallen waarin er werd gekort op bijstand. Daarnaast speelde een zachtere lijn van de gemeente een rol, met name vorig jaar.
"In 2022 hadden we te maken met de energiecrisis", zegt de gemeentewoordvoerder. Breda besloot geen maatregelen op te leggen bij gezinnen die door de stijgende energielasten steeds moeilijker rond konden komen. "Het opleggen van maatregelen waarbij een gezin in verdere financiële problemen komt, is de minst wenselijke situatie."
Hoogleraar Vonk is blij met dit laatste argument. "Het lijkt alsof de schellen van de ogen vallen. Ook voor de energiecrisis kwamen veel mensen in de bijstand al nauwelijks rond, maar het is goed dat het inzicht nu lijkt in te dalen."
Onterechte straf
Twee jaar geleden bleek dat de opgelegde maatregelen ook niet altijd terecht waren. Ongeveer een op de drie gestrafte bijstandontvangers die in 2019 bezwaar maakten, kreeg gelijk. Dat aandeel bleef ongeveer gelijk. Ook in 2022 bleek dat zo'n 35 procent van de bezwaarmakers niet gestraft had mogen worden.
Zo'n onterechte maatregel kan grote gevolgen hebben. Rotterdammer Ednal Curiel kon bijvoorbeeld zijn vaste lasten niet meer betalen toen de gemeente onterecht zijn uitkering kortte in 2021. Hij was toen net bijna uit de schulden, maar door de maatregel liepen die schulden weer fors op, vertelde hij in 2021 tegen de NOS. Een schadevergoeding kreeg hij niet.
Om dit soort persoonlijke tragedies te voorkomen, is een systeemverandering nodig, zegt Gijsbert Vonk. "Met een wetsvoorstel ligt er een poging vanuit het Rijk om het gemeentebeleid af te zwakken, maar dat is nog niet uitgewerkt. Wat nodig is, is dat de bureaucratische logica verandert. Dus dat je niet iemand straft omdat diegene een half uur te laat op een afspraak is, maar alleen als iemand echt een passend aanbod voor een baan weigert."