Irreële WK-doelstelling van Oranje-cricketers was eigenlijk zo gek nog niet
Jeroen Bal
volgt cricket voor NOS Sport
Jeroen Bal
volgt cricket voor NOS Sport
De Nederlandse cricketers hebben het WK in India ondanks twee knappe zeges afgesloten op een tiende en laatste plaats. En dat terwijl vooraf alom werd geroepen dat een plek in de halve finales het doel was.
De missie lijkt dus een kansloze te zijn geweest. Maar toch, met een beetje fantasie had het zomaar kunnen lukken.
Dat Nederland, met slechts 6.000 actieve cricketers, zich überhaupt had geplaatst voor een van de grootste mondiale sportevenementen van het jaar, leek al een klein wonder. De werkelijkheid is echter dat de Oranje-cricketers al jaren flink aan de weg timmeren en zich dankzij een ijzersterk kwalificatietoernooi in juli onder de beste tien landen van de wereld schaarden.
Hoge lat
"We gaan voor een plek in de halve finales", klonk het vervolgens uit alle monden van de selectie van bondscoach Ryan Cook, die zijn spelers injecteerde met een flinke dosis positivisme en geloof in eigen kunnen. De internationale pers hoorde het meewarig aan. "Knap dat ze de lat zo hoog leggen", was de algehele teneur.
Niemand geloofde werkelijk in de kansen van Oranje, zeker niet nadat de eerste twee WK-duels verloren waren gegaan. Maar de spelers bleven vasthouden aan hun mantra en toen plotseling cricketgrootmacht Zuid-Afrika op een dikke nederlaag werd getrakteerd, pakten de cricketvolgers met een verbaasde blik op de stand de rekenmachine er nog even bij. Zou het dan toch kunnen?
Voorwaarden voor het slagen van het scenario van Cook waren wel dat Nederland zich als een collectief moest opstellen, dat enkele spelers af en toe boven zichzelf uit zouden stijgen en dat het soms gewoon botweg mee zou moeten zitten. Aan de eerste voorwaarde voldeed zijn selectie met glans, met de tweede en derde liep het wat minder af.
Want dat Oranje in het vervolg ook nog Bangladesh versloeg, kwam niet doordat het zo geweldig speelde of dat de sterren aan de Indiase hemel ineens allemaal per ongeluk goed stonden. Het nietige Nederland is gewoon een sterk team, dat het de meeste toplanden op een goede dag lastig kan maken.
Driedubbele rol
Scott Edwards speelde een prima toernooi in zijn driedubbele rol als captain, batsman en wicketkeeper. Sybrand Engelbrecht, die pas deze zomer speelgerechtigd werd, blijkt als batsman en topfielder een dikke aanwinst en de jonge spinbowler Aryan Dutt toonde aan een enorm talent te zijn.
Maar niemand steeg boven zichzelf uit. In het hele toernooi slaagde geen van de spelers erin met een score van 100 runs of met het nemen van 5 wickets een wedstrijd helemaal op zijn kop te zetten.
Waar de ervaren Logan van Beek en de nog altijd maar 23-jarige alleskunner Bas de Leede het kwalificatietoernooi deden ontploffen, bleken zij in India slechts stervelingen. Beiden speelden een redelijk toernooi, maar kwamen niet tot bovenmenselijke prestaties.
Aan bat verloor Oranje te snel te veel wickets, waardoor het zichzelf meerdere keren al op een schier hopeloze achterstand zette. Van de eerste twee batsmen Max O'Dowd en Vikram Singh, die dit jaar zo goed in vorm waren, werd stiekem wel wat meer verwacht.
Vervelend virusje
En dan nog creëerde Nederland kansen. Tegen Pakistan, Afghanistan, Sri Lanka en ook tegen Engeland waren er passages in de wedstrijd dat Nederland de bovenliggende partij was.
Maar op die momenten zat het dan net even niet mee. Een vangkans werd gemist, een veelbelovende batting-innings werd in de kiem gesmoord door een suffe run out, of een beslissing van de umpire viel net de verkeerde kant op. Dat een deel van de selectie halverwege het toernooi een vervelend virusje opliep, kwam de prestaties ook niet ten goede.
Ondanks de goede indruk die Nederland uiteindelijk op de cricketwereld achterliet, zullen de woorden 'wat' en 'als' vast nog weleens door de hoofden van de spelers spoken.
Gelukkig voor hen dient de volgende kans zich alweer aan. In juni doet Nederland mee aan het WK T20 (een kortere spelvorm) en ook daarvoor gaat coach Cook de lat ongetwijfeld weer irreëel hoog leggen.
De in India opgedane ervaring zal de spelers immers alleen maar beter maken. En als de sterren boven gastlanden West-Indies en de Verenigde Staten plotseling wel goed staan, wie weet wat de David van het internationale cricket ineens tussen alle Goliaths kan uitrichten.