Diniz staat maar twee keer per week op het ijs: 'Dat vind ik moeilijk'
Schaatser Sebas Diniz mocht in sprintnatie Japan afgelopen weekend zijn debuut maken in de wereldbeker. Het werd niet het weekend waarvoor hij die hele lange reis naar Obihiro maakte.
Hij kwam niet verder dan een val op de eerste 500 meter en een kleurloze zevende plek in de B-groep bij zijn tweede race.
"Ik heb het inmiddels wel een plekje gegeven, maar ik kan niet wachten om volgende week te gaan racen in Peking", zegt de 21-jarige specialist op de 500 meter in de tweede aflevering van de NOS Schaatspodcast .
Jan Smeekens als idool
Met zijn uitgesproken specialisme op de kortste afstand is Diniz een excentriekeling in de Nederlandse schaatsploeg. Zijn vroegere idool en streekgenoot Jan Smeekens bewandelde zo'n vijftien jaar geleden dit pad en nu volgt de schaatser uit Borne in zijn spoor.
"In het verleden heb ik wel geprobeerd om meer allround te trainen, maar daar werd bijvoorbeeld mijn 1.000 meter helemaal niet beter van." De focus ligt volledig op het verhogen van zijn topsnelheid. "Ik merk dat sinds ik daar puur op train zelfs mijn kilometer beter is", legt de schaatser uit in het restaurant van zijn hotel in Obihiro.
De specialisatie zorgt ervoor dat hij een zeer specifiek trainingsschema krijgt voorgeschreven door de coaches van Team IKO. Soms mag de sprinter maar twee keer per week het ijs op.
"Dat vind ik ook wel moeilijk. Want ik ben een schaatser en dan mag je dat maar twee keer in de week doen." Diniz traint in die weken wel meer dan twee keer, maar dan vooral in het krachthonk en ook op de fiets.
"Hoe meer rust ik pak, hoe beter ik word. Intensief, op kwaliteit en heel veel rusten", is de filosofie achter zijn karige trainingsarbeid. Een goed voorbeeld is de laatste trainingswedstrijd voor het seizoen die hij half oktober reed. Hij haalde niet eens de finish van de 500 meter. Zijn opdracht was een goede eerste 200 meter en toen was is het klaar.
Diniz mag in Nederland een uitzondering zijn, in het buitenland wordt er ook door anderen zo getraind. Het grote voorbeeld van Diniz is een van de best presenterende mannen op de 500 meter van de afgelopen jaren: de Canadees Laurent Dubreuil.
"Dat vind ik echt een fantastische schaatser. De manier waarop hij zijn trainingen doet...", zegt de schaatser met een grote grijns. "Dan stapt hij het ijs op, rijdt 200 meter volle bak, zit hij vijf minuten op een bankje en doet het nog een keer."
Diniz' coaches Erwin en Martin ten Hove vonden de inspiratie voor het schema ook búíten de ijsbaan. Zij bezochten deze zomer de wielerbaan om te praten met de trainers van bijvoorbeeld Harry Lavreysen en Jeffrey Hoogland. "Methodes en ideeën over training die ze daar hoorden, proberen ze nu op mij toe te passen."
Het is een speciaal vak, sprinten op het ijs. Het komt op de details aan en daar geniet de specialist dan ook van. "Het is risico's nemen op de 500 meter. Soms een val. Soms een diskwalificatie. Maar als je wint, is het extra mooi."
Volgende week in Peking is Diniz bij de eerste 500 meter te vinden in de B-groep. Mocht hij daar in de top drie rijden, dan zien we hem hetzelfde weekend nog terug in de A-groep.