Vernietigingskamp Sobibor tijdens de Tweede Wereldoorlog
NOS Nieuws

80 jaar na opstand in kamp Sobibor blijkt welke rol 'Nederlandse kapitein' speelde

Op het voormalig terrein van vernietigingskamp Sobibor, in het oosten van Polen, is vandaag de herdenking van een uitzonderlijke gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is tachtig jaar geleden dat Joodse dwangarbeiders hier in opstand kwamen tegen hun SS-bewakers en het kamp ontvluchtten. Bij de herdenking houdt premier Rutte een toespraak.

In kamp Sobibor vermoordden de nazi's vanaf 1942 in anderhalf jaar tijd meer dan 170.000 Joden. Onder hen waren ruim 34.000 Joodse gevangenen uit Nederland, die vanuit kamp Westerbork naar deze afgelegen plek waren getransporteerd. De meesten werden op de dag van aankomst vermoord in de gaskamers.

Overleven

Een kleine groep gevangenen die in het kamp tewerkgesteld was, wilde dat lot niet afwachten. Een gezamenlijke opstand zagen zij als hun enige kans om te overleven. Op 14 oktober 1943 slaagden ze erin om een deel van de SS'ers te vermoorden. Door het prikkeldraad en de mijnenvelden vluchtten ze de bossen in. In het tumult dat ontstond wisten zo'n driehonderd gevangenen het kamp uit te komen. Ongeveer zestig van hen overleefden de oorlog.

De nazi's vermoordden na de opstand de achtergebleven gevangenen en maakten het kamp met de grond gelijk, met de bedoeling dat niemand ooit zou weten wat zich op deze plek had afgespeeld.

Wat ook weinigen weten, is dat er al eerder een poging tot een opstand was geweest, waarbij 'een Nederlandse kapitein' de hoofdrol speelde. In het deze week verschenen boek Het donkerste donker doet onderzoeksjournalist Rosanne Kropman verslag van haar zoektocht naar de sporen van kamp Sobibor. Ze zocht ook uit wie deze Nederlander was.

Kropman vond in de archieven vijf getuigenissen van Poolse overlevenden over de Nederlander, die in het voorjaar van 1943 een plan had beraamd om de SS'ers in het kamp te vermoorden en vervolgens de Oekraïense bewakers te overtuigen om alle gevangenen te laten gaan. Het plan mislukte, omdat het door een vermoedelijk Poolse Jood werd verraden.

De onderzoeksjournalist slaagde erin de identiteit van de Nederlander te achterhalen door alle puzzelstukjes in de archieven bij elkaar te leggen. "Bij eerdere onderzoeken is nooit met zekerheid vast komen te staan wie deze 'Nederlandse kapitein' is geweest. Hij heeft daarom ook nooit postuum erkenning gekregen", zegt Kropman.

  • USHMM
    SS'ers vermaken zich met muziek in vernietigingskamp Sobibor
  • USHMM
    De plek in kamp Sobibor waar Joodse gevangenen te werk werden gesteld
  • USHMM
    SS'ers in kamp Sobibor
  • USHMM
    Binnenplaats in kamp Sobibor waar dieren werden gehouden

Dankzij een getuigenis over 'de Nederlandse officier die in de Spaanse burgeroorlog was', kon Kropman de link leggen met een Nederlander die bij de marine had gezeten en in Sobibor is vermoord. Hij bleek ook te hebben gediend op een marineschip dat bijstand verleende aan koopvaardijschepen die werden belaagd door troepen van de Spaanse dictator Franco. "In dit digitale tijdperk kon ik al die informatie bij elkaar leggen en bleef er na een zoektocht in de archieven één naam over: Jozeph Jacobs."

Strijdbaarheid

Jozeph Jacobs kwam als dwangarbeider in Sobibor al snel in contact met een groep Poolse Joden, onder wie Leon Felhendler, die later een belangrijke rol zou spelen bij de opstand van 14 oktober. De 40-jarige Jacobs viel op door zijn strijdbaarheid. De groep rond Felhendler durfde het daarom aan hem te betrekken bij hun plan om een opstand te organiseren.

"Hoe Jacobs de SS'ers wilde vermoorden, is niet helemaal duidelijk. Daarover verschillen de getuigenissen", zegt Kropman. Maar nadat het plan verraden was, moesten de gevangenen op appel komen en dwongen de SS'ers hen te zeggen wie de opstand had georganiseerd. "Jacobs is toen naar voren gestapt en heeft gezegd: 'Ik was het, en ik deed het alleen'. Volgens de getuigenissen heeft hij dat volgehouden, ondanks de martelingen die daarop volgden."

De SS'ers besloten daarop Jacobs en alle Nederlandse mannen, zo'n zeventig in totaal, af te voeren. In een ander deel van het kamp zijn ze vermoedelijk gemarteld en uiteindelijk doodgeschoten.

"Wat uniek was aan Jozeph Jacobs, was dat hij het hele kamp wilde bevrijden. Dat heeft grote overeenkomst met de tweede opstand van 14 oktober, die grotendeels is gelukt", zegt Kropman. Bij die tweede opstand konden de Poolse Joden, die dankzij het zwijgen van Jacobs gespaard bleven, wel ontkomen. En met hen honderden anderen, die lang niet allemaal de oorlog hebben overleefd, maar waarvan een aantal de wereld heeft kunnen vertellen welke gruwelijkheden zich in Sobibor hebben afgespeeld.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl