Kinderen die concentratiekampen overleefden centraal in podcast met Rob Trip
Marjolein Bax
Marieke de Vries
Marjolein Bax
Marieke de Vries
"Wat ik me niet kan voorstellen is dat er Nederlandse politiemannen naar mijn onderduikadres in Amsterdam-West zijn gegaan, hebben aangebeld en mij hebben meegesleept. Drie jaar oud. Daar staat mijn verstand bij stil."
Lous Steenhuis-Hoepelman is drie jaar oud als ze alleen wordt opgesloten in een gevangeniscel. Vervolgens moet ze naar Kamp Westerbork in Drenthe, net zoals Louk, Gershon en Marita. In de zomer van 1944 zitten daar in de weeshuisbarak Joodse kinderen die zijn opgepakt in de onderduik.
De 51 Joodse kleuters, peuters en baby's worden de 'Onbekende Kinderen' genoemd, omdat er bijna niets over hen bekend was. Ze waren zelf nog te jong om veel informatie te kunnen geven, hun ouders waren spoorloos en onderduikgevers kenden geen details.
En dus weet niemand hoe ze precies heten, wie hun ouders zijn of wanneer ze zijn geboren. De lijst waar de kinderen op staan geregistreerd, staat vol vraagtekens.
Op één meisje na overleven al deze jonge kinderen drie nazi-kampen. En dat terwijl de Duitsers jarenlang op grote schaal kinderen de gaskamers in sturen. Hoe kan het dat deze groep het wel overleeft? Een van die Onbekende Kinderen, Marita Simons-Deen, blijft zich daar over verbazen.
"Toen ik hoorde wat er wat mij is gebeurd, dacht ik dat ik in het Guinness Book of Records hoorde. Het is toch wel heel bijzonder dat een peutertje drie concentratiekampen overleeft. Dat kun je toch niet bevatten!"
Bekijk hier de trailer van de nieuwe podcast:
Vanuit Kamp Westerbork moet de groep kinderen naar concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland. Louk de Liever herinnert zich die treinreis nog altijd. "Alleen aan de bovenkant van de wagon was een kleine opening waar een beetje licht door naar binnen kwam. We hebben dagenlang in die donkere ruimte gezeten."
De trein moet dwars door oorlogsgebied. Het is gevaarlijk, want de geallieerden bombarderen continu. Daardoor moet de trein vaak stoppen en doen ze er drie lange dagen en nachten over.
De Onbekende Kinderen komen in Bergen-Belsen opnieuw in een weeshuisbarak terecht, waar weer andere mensen zich over hen ontfermen. Net voor de winter moeten de kinderen naar concentratiekamp Theresienstadt in Tsjechië.
Rondzwerven
In dat kamp worden ze uiteindelijk bevrijd en begint de lange reis terug. Bij aankomst in Nederland moeten ze eerst naar Eindhoven. Daar wordt uitgezocht wie de kinderen zijn en waar hun familie is. Een lastige taak, omdat tijdens de oorlog vanwege de veiligheid zo weinig mogelijk op papier is gezet.
Gershon Willinger, een van de jongsten van de groep Onbekende Kinderen, is nog geen drie jaar oud als hij in Eindhoven aankomt. Een Joodse peuter die Westerbork, Bergen-Belsen en Theresienstadt ternauwernood heeft overleefd. Er is niemand die op hem wacht. Zijn ouders hebben de oorlog niet overleefd.
"Ik heb gezworven van 1945 tot 1950, tot ik geplaatst werd in een Joods pleeggezin. Die vijf jaar van rondzwerven zijn niet goed voor mij geweest. Tot op de dag van vandaag hebben al die gebeurtenissen invloed op mijn leven."