Laatste Nederlandse Sobibór-overlevende Selma Wijnberg (96) overleden
Selma Wijnberg, de laatste Nederlandse overlevende van het Duitse vernietigingskamp Sobibór, is overleden. Dat meldt haar familie aan de NOS. Selma Wijnberg was 96 jaar.
Op 9 april 1943 werd de toen 20 jaar oude Wijnberg vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp in het oosten van Polen gedeporteerd. Daar wist ze in oktober 1943, tijdens de opstand in Sobibór te ontsnappen, samen met haar Poolse vriend Chaim Engel, op wie ze verliefd was geworden.
Zwanger
Na een helse vlucht, waarop de meeste vluchtelingen uit Sobibór werden doodgeschoten, vonden Selma en Chaim onderdak op een zolder bij een Poolse boer. Daar verbleven ze negen maanden, tot ze in juli 1944 werden bevrijd door het Rode Leger.
Op de boerderij was Selma zwanger geraakt. Onderweg in het oosten van Polen beviel ze van een zoontje, Emiel. Het stel trok verder met de baby naar Odessa aan de Zwarte Zee, waar ze per boot naar Marseille gingen. Aan boord overleed Emiel. Voor de Griekse kust werd het lijkje in zee gegooid.
Uitgezet
Via Marseille kwamen Selma en Chaim in Zwolle terecht, waar ze introkken in hotel Wijnberg, waar Selma was opgegroeid. Ze werden bepaald niet met open armen ontvangen. KVP-minister Kolfschoten besloot dat Chaim als ongewenst vreemdeling moest worden uitgezet. Toen het stel daarop trouwde, bepaalde hij dat ook Selma weg moest, omdat ze door haar huwelijk de Poolse nationaliteit had gekregen.
Omdat Polen niet meewerkte, kon het stel toch in Zwolle blijven. Ze kregen er een zoon en begonnen een stoffenwinkel.
In 1951 emigreerden ze, verbitterd over de houding van Nederland, naar Israël. Vandaar verhuisden ze in 1957 naar de VS, waar ze de rest van hun leven bleven wonen. Chaim overleed in 2003.
Excuses
In 2010 bood minister Klink namens de Nederlandse regering excuses aan voor de ongepaste behandeling die ze na de oorlog had ontvangen. Selma keerde voor die gelegenheid voor het eerst, met haar twee kleindochters, terug naar Nederland, waar ze Zwolle bezocht. In 2017 werd daar een herdenkingsplaquette voor haar geplaatst.
De historicus Ad van Liempt schreef een boek over haar, onder de titel 'Selma, de vrouw die Sobibór overleefde'
In Sobibór werden 34.000 Joodse Nederlanders vergast. Slechts 18 overleefden het, onder wie Jules Schelvis, die de laatste jaren van zijn leven met succes aandacht vroeg voor de verschrikkingen die in Sobibór hadden plaatsgevonden.