Stoelen Syrië blijven leeg bij start folteringzaak in Den Haag

Bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag is de folteringszaak van start gegaan die door Nederland en Canada tegen Syrië is aangespannen. De twee landen vinden dat er voldoende bewijs is voor de vervolging van Syrië voor het martelen en onmenselijk behandelen van burgers.

"Vanaf 2011 heeft Syrië gemarteld, gemoord, mensen aangerand en laten verdwijnen en op grote schaal chemische wapens ingezet", zei de aanklager die namens Nederland en Canada het woord voert. Daarmee zou Syrië zich schuldig maken aan schending van het VN-antifolterverdrag.

In stukken die de twee landen hebben aangeleverd, staat dat gevangenen met allerlei voorwerpen zijn geslagen, elektrische schokken kregen toegediend, dat nagels en tanden werden uitgetrokken en dat ze schijnexecuties moesten ondergaan.

De Syrische regering laat op de eerste zittingsdag verstek gaan. Buiten hebben zich tegenstanders van het regime verzameld. Ze hebben foto's bij zich van Syriërs die gemarteld of verdwenen zouden zijn en spandoeken met de tekst "Waar zijn ze?" en "Stop nu met martelen!".

Tijdens de tweedaagse openingszitting zullen Nederland en Canada de rechters vragen om Syrië de opdracht te geven om onmiddellijk met martelen te stoppen.

Het zal naar verwachting nog jaren gaan duren voordat het tot een uitspraak komt. Zo'n uitspraak is bindend, maar wordt niet altijd opgevolgd. Vorig jaar droeg het hof bijvoorbeeld Rusland op om de vijandelijkheden in Oekraïne te staken, maar de oorlog ging onverminderd door.