Bewegingscoach Verhoeven heeft honkbalsucces bij Twins: 'Van 92 naar 100 mijl per uur'
Dat Minnesota Twins voor het eerst in 21 jaar weer eens een play-offserie won, is mede te danken aan een Nederlander. Bewegingscoach Martijn Verhoeven helpt de honkballers van de Twins beter te slaan en beter te gooien - en zo vooral blessures te voorkomen.
Verhoeven staat officieel als 'Assistant Director Sport Science' op de loonlijst van de Twins, een honkbalorganisatie die driemaal de World Series won, voor het laatst in 1991. Vanavond treft de club uit Minneapolis titelverdediger Houston Astros in de MLB-play-offs, dankzij een 2-0 zege op Toronto Blue Jays.
De data-analyses van Verhoeven hebben bijgedragen aan het succes, denkt hij. "We hebben niet de budgetten van grote teams, wij moeten het echt hebben van innovatie. En ik denk dat dit wel een onderdeel daarvan is, dat het heeft bijgedragen."
Geen honkballink
Voordat Verhoeven bij de Twins begon, had hij geen noemenswaardige link met honkbal. "Ik heb daar helemaal geen achtergrond in. Honkballen tijdens gymlessen op de middelbare school is eigenlijk mijn enige ervaring met de sport."
Maar de Nederlander deed zijn PhD aan de Universiteit van Georgia over het aanleren van complexe motorische bewegingen. "Sportbewegingen, bijvoorbeeld. Dus dat sluit goed aan bij het werk dat ik nu doe."
Dat vonden de Twins ook. "Ik was net klaar met mijn PhD, toen mijn advisor (promotor, red.) me op een vacature attendeerde. Ik heb toen contact gezocht met de Twins, of zij eigenlijk met mij. En nu, vijf jaar later, zit ik er nog steeds."
Inhaalslag na Moneyball
Sinds Billy Beane de als conservatief bekendstaande honkbalsport op zijn kop zette, is er het nodige veranderd. Beane liet zich als general manager van de Oakland Athletics niet leiden door scouts die bij het beoordelen van spelers hun onderbuikgevoel lieten spreken, maar gaf de rauwe cijfers de macht.
Simpel gezegd: hoe vaker een speler op de honken wist te komen, des te groter de kans op succes. Het zogenaamde 'on base percentage' was voortaan leidend.
De succesvolle werkwijze van Beane, hij leidde de Athletics jarenlang ondanks een van de kleinste budgetten van de MLB naar de play-offs, verwierf (wereld)faam vanwege het boek Moneyball: The Art of Winning an Unfair Game en de verfilming daarvan, met Brad Pitt in de hoofdrol.
Beane en zijn Athletics ontketenden een ware revolutie. Er is tegenwoordig geen Amerikaanse honkbalorganisatie meer die zich niet laat adviseren door data-analisten en tal van andere specialisten, om het verschil met de concurrentie te kunnen maken. Precies dat is de reden dat Verhoevens expertise hem een gewaardeerd lid van de staf van de Minnesota Twins maakt, een club die innovatie niet schuwt.
"Over de hele breedte van het veld is een camerasysteem geïnstalleerd", vertelt Verhoeven. "We hebben verschillende datasystemen die alle bewegingen van de spelers constant bijhouden: van de slagmensen, de werpers en de mensen op het veld. Ik leid een team dat analyses doet op basis van die gegevens."
En Verhoeven analyseert veel. Zo kijkt hij naar wat het lichaam van een werper doet als die een bal gooit. "Welke bewegingen daarbij betrokken waren. Als het dan een keer iets minder gaat, kunnen we het verschil bekijken met toen hij beter gooide."
Zijn bevindingen deelt de Nederlandse bewegingswetenschapper met spelers en coaches. "Niet realtime, maar achteraf." Want realtime staat de MLB, de Amerikaanse honkbalcompetitie, nog niet toe. "Onze analyse is meestal een dag na de wedstrijd klaar."
Van 92 naar 100 mijl per uur
En met zijn analyses heeft Verhoeven al een behoorlijk steentje kunnen bijdragen aan het succes van de Twins. Als voorbeeld noemt hij pitcher Louie Varland, een speler van wie men drie jaar geleden niet verwachtte dat die op MLB-niveau zou kunnen presteren, maar die er nu toch staat.
"Doordat we samen zijn gaan zitten en hebben gekeken hoe we zijn bewegingen als werper konden verbeteren, is hij nu een van onze hardst gooiende werpers. Bij hem hebben we vooral gewerkt aan bewegingen van zijn arm. Van een bal met 92 mijl per uur gooien, is hij naar 100 mijl per uur gegaan, dat zijn wel zinvolle veranderingen. Met 92 ben je gemiddeld, met 100 ben je een van de hardst werpende spelers in het honkbal."
Overigens is Verhoeven niet de enige Nederlander die werkzaam is bij een Amerikaanse honkbalorganisatie. Bij Pittsburgh Pirates maken ze al een aantal jaren gebruik van de diensten van Martijn Nijhoff en Bart Hanegraaff. Zij kregen daar alle ruimte om hun in Nederland ontwikkelde trainingsmethoden te implementeren.
Erg gedetailleerd
"Ik vind het moeilijk om te vertellen wat ze exact doen, want de teams zijn niet altijd even open", aldus Verhoeven. "Maar volgens mij doen ze wel een beetje hetzelfde werk als ik bij Minnesota Twins. Dus heel erg gedetailleerd met coaches en spelers aan de slag gaan om spelers beter te maken."
En als de landgenoten elkaar dan weleens tegenkomen, voelt Verhoeven zich "trots dat we als klein Nederland op die manier invloed hebben binnen de honkbalsport". "Dat is toch leuk om te weten, dat er ook een handjevol Nederlanders achter de schermen aan de slag is om spelers zo goed mogelijk te laten presteren."