Dioxine vrijgekomen bij brand afvalverwerker Rotterdam
Bij de brand die van donderdagochtend tot zaterdagochtend woedde bij AVR Afvalverwerking in Rotterdam is dioxine vrijgekomen, meldt de GGD Rotterdam-Rijnmond. Voor inwoners en boeren in de omgeving van het bedrijf zijn daarom per direct een aantal dringende adviezen van kracht, zoals het binnenhouden van vee.
De roetdeeltjes die dioxine bevatten zijn vooral terechtgekomen in het gebied tussen Vlaardingen en Maassluis. De Milieu Ongevallendienst van het RIVM deed de afgelopen dagen onderzoek in dat gebied. Uit de tussentijdse resultaten van de eerste metingen blijkt dat er te veel dioxinen op het grasland daar aanwezig zijn.
Nog meer metingen
"De overschrijding is dermate hoog dat er een kans is dat ook buiten dit gebied een overschrijding van de limieten plaatsvindt", schrijft de GGD. Daarom worden nu aanvullende metingen gedaan in een deel van de gemeente Midden Delfland. De resultaten worden eind deze week verwacht.
De GGD adviseert veehouders in het gebied tot die tijd met klem om hun (melk)koeien binnen te houden. Inwoners van de gemeenten Maasland, Vlaardingen en Maassluis worden geadviseerd voorlopig geen eieren te eten van hobbykippen. Groenten en fruit uit eigen tuin kunnen wel worden gegeten, maar alleen nadat de producten goed gewassen of geschild zijn.
Dioxinen zijn schadelijke stoffen die via het milieu in voedsel terecht kunnen komen. Het langere tijd eten van voedsel met grote hoeveelheden dioxinen kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
Afval naar Tilburg
Vanwege de brand in Rotterdam wordt het afval dat daar normaal gesproken verwerkt wordt nu naar Tilburg gebracht. Daar wordt het de komende tijd opgeslagen op de vuilnisbelt aan de Vloeiveldweg, schrijft Omroep Brabant. Het gaat om zo'n 60.000 ton afval uit Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Na vier weken wordt het afval weer weggehaald in Tilburg, om ergens anders verwerkt te worden.
"Met dit besluit zorgen we dat steden in het westen van het land schoon blijven", aldus de Brabantse gedeputeerde Saskia Boelema.