Danny Noppert, Michael van Gerwen, Dirk van Duijvenbode en Raymond van Barneveld
NOS Sport

Weg naar dartstop draait om prijzengeld: 'Echt voor maar paar jongens weggelegd'

  • Laurens Sembiring

  • Laurens Sembiring

Je kunt er de klok bijna op gelijk zetten. Michael van Gerwen, Raymond van Barneveld, Danny Noppert en Dirk van Duijvenbode. Op vrijwel ieder groot dartstoernooi zie je dezelfde Nederlandse mannen in actie op televisie.

Ook vanavond weer, als ze meedoen aan de World Series of Darts Finals in Amsterdam.

Al jaren behoren deze vier Nederlanders tot de top van de dartswereld, maar met een prestigieus invitatietoernooi in eigen land voor de deur, rijst de vraag waar de nieuwe Nederlandse aanwas blijft.

"Het is heel moeilijk om snel aan de wereldtop te komen", vertelt Jacques Nieuwlaat, dartscommentator bij Viaplay. "Dat is echt maar voor een paar jongens weggelegd."

Nieuwlaat kent een paar Nederlandse talenten die hij extra in de gaten houdt, maar daarover later meer. Want om te begrijpen hoe moeilijk het is om door te breken, moeten we eerst meer te weten komen over de structuur van de sport.

"Het systeem van dartsorganisatie PDC is erop gebouwd om topspelers een zekere vorm van bescherming te geven", aldus Nieuwlaat.

Prijzengeld

In het darts draait het eigenlijk maar om één ding: prijzengeld. De wereldranglijst - in het darts 'order of merit' genoemd - wordt bepaald door het prijzengeld dat een speler de afgelopen twee seizoenen bij elkaar wist te gooien.

Het principe is simpel. Als je wedstrijden wint, verdien je geld. En hoe meer geld, hoe hoger je staat op de wereldranglijst. Maar in het darts varieert het nogal hoeveel geld er bij toernooien te verdienen is.

Bij het WK, het grootste toernooi van het jaar, lag er in januari voor wereldkampioen Michael Smith meer dan 500.000 euro klaar. Bij de vloertoernooien (die niet op televisie worden uitgezonden) gaat het om heel andere bedragen.

Michael Smith

Niels Zonneveld doet vaak mee aan die vloertoernooien en vertelt dat daar 'slechts' 14.000 euro per keer te winnen is.

Het verschil in prijzengeld tussen de vloer- en televisietoernooien is dus groot en bovendien hebben top-32-spelers vaak automatisch toegang tot de grote televisietoernooien. De mindere goden moeten het geld dus bijeen zien te spelen op minder lucratieve evenementen.

Tourcard

Zonneveld is de nummer 96 van de wereld, loopt al een tijdje mee en heeft sinds dit jaar weer een zogeheten tourcard. Daarmee mag de 25-jarige darter uit Uitgeest meedoen aan toernooien.

"Daar begint alles mee. Je hebt in totaal 128 spelers die het circuit opgaan en dan moet je de weg omhoog zien te vinden. Het doel is om binnen twee jaar bij de beste 64 te horen, anders verlies je de tourcard en kun je weer opnieuw beginnen", vertelt Zonneveld.

"Dat zorgt sowieso voor druk bij een beginnende darter. Als je twee steady jaren hebt, is het wel een realistisch doel. Maar top-32? Dat is een heel ander verhaal."

Niels Zonneveld

En dan komt de structuur van de sport, waar dartscommentator Nieuwlaat het eerder over had, om de hoek kijken.

De top-32 heeft bij de vloertoernooien een beschermde status. Dat betekent dat de toppers in de eerste ronde niet tegen elkaar kunnen spelen en altijd een lager geklasseerde speler treffen.

"Dat maakt het voor ons heel erg moeilijk. Op papier zijn ze al beter dan wij en dan spelen we ook nog eens heel vaak tegen ze", legt Zonneveld uit. "Natuurlijk winnen wij ook wel eens, maar dat moet je dus structureel doen om genoeg geld bij elkaar te spelen en zelf top-32 te worden."

De topspelers worden in zekere zin dus beschermd. "Logisch", vinden Nieuwlaat en Zonneveld. "Je wil de wereldkampioen twee jaar lang op elk televisietoernooi zien. Dat is je posterboy. Dan moet je ze beschermen, zonder dat ze tot in de eeuwigheid in die top-32 blijven staan. Dat is wel een lastige situatie waar de PDC in zit."

Teleurstelling op teleurstelling

Volgens Zonneveld is de weg naar de top mentaal erg zwaar. "Als je twee keer achter elkaar in de eerste ronde verliest, dan ga je terug naar Nederland en heb je geen geld gewonnen. Dan moet je er maar voor zorgen dat dat geen dingetje in je hoofd wordt."

Zijn collega Jeffrey de Zwaan onderschrijft dat het mentale aspect van de sport zwaar is. De 27-jarige De Zwaan, die ook wel The Black Cobra wordt genoemd, was een paar jaar geleden de nummer 20 van de wereld, maar is afgezakt naar de 89ste plek.

"Door mijn schouderblessure en de coronaperiode viel ik uit de top en dat was zwaar. In mijn jeugd heb ik er alles voor gedaan en gelaten. Dat je je niveau niet haalt en telkens verliest, dat vreet aan je. Het is dan teleurstelling op teleurstelling."

Jeffrey de Zwaan

Een blik op de wereldranglijst laat zien dat er op dit moment zestien Nederlanders in de top-100 staan, maar na de doorbraak van Van Duijvenbode en Noppert is er geen landgenoot in geslaagd om zich structureel bij de wereldtop te nestelen.

De subtop is breed, maar het is volgens Nieuwlaat de vraag of de darters die al een aantal jaar meelopen goed genoeg zijn om zich bij de top-32 te voegen. "Dan kijk je eerder naar een nieuwe lichting spelers en dan heeft Gian van Veen verreweg de meeste indruk gemaakt."

'Hij heeft echt alles'

De 21-jarige Van Veen zit in zijn eerste jaar en staat nu al op de 75ste plek. "Hij heeft echt alles om richting de top van de wereld te gaan. Hij heeft echte wereldtoppers ook al eens verslagen", vertelt Nieuwlaat.

Gian van Veen wordt een goede toekomst toegedicht

Ook De Zwaan en Zonneveld dichten Van Veen de grootste kans toe om zich als Nederlander bij de wereldtop te scharen. "Van Veen gaat echt heel snel op het moment", zegt Zonneveld.

"Het is een heel jong pikkie, maar hij heeft zeker veel talent", aldus De Zwaan. "Ik denk sowieso dat we als Nederland niet mogen klagen. Er zijn heel veel jongens die het goed doen. Daar gaan we echt nog wel meer van horen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl